#45 , 09 nov 2012 17:41
Artikel 8, §8 van de Private Veiligheidswet bepaalt uitdrukkelijk dat de personen die activiteiten verrichten bedoeld in artikel 1 van de Private Veiligheidswet, geen andere handelingen kunnen stellen dan deze die voortvloeien uit de rechten waarover iedere burger beschikt, alsmede deze bevoegdheden die uitdrukkelijk voorzien zijn in de Private Veiligheidswet of haar uitvoeringsbesluiten. Ze kunnen hun bevoegdheden slechts uitoefenen voor zover deze krachtens een wet niet uitsluitend zijn voorbehouden aan vertegenwoordigers van het openbaar gezag.
Aldus, heeft een bewakingsagent politionele bevoegdheden? NEEN!!!
Het is slechts de overheid die over het monopolie van geweld beschikt. Sommige openbare diensten zoals politiediensten kunnen delen in dit geweldsmonopolie en behoren aldus tot de openbare macht.
Taken die tot de exclusieve bevoegdheid van de ordediensten behoren, mogen niet door particulieren, (dus ook niet door bewakingsagenten) uitgeoefend worden. Bewakingsagenten beschikken niet over enige politionele bevoegdheid.
Elke vorm van machtsoverschrijding of inmenging in eigenlijke politietaken moet worden voorkomen. Deze bekommernis komt tot uiting in diverse bepalingen van de Private Veiligheidswet
vb werkkledij
vb voertuigen
Niet alleen de Private Veiligheidswet verbiedt dergelijke inmenging. Ook het Strafwetboek stelt dergelijke praktijken strafbaar. Indien men laat uitschijnen dat men politionele bevoegdheden zou hebben door bijvoorbeeld de identificatiekaart op deze wijze te gebruiken, of indien men handelingen stelt die exclusief tot de bevoegdheid van de algemene politiediensten behoren, zal men zich schuldig maken aan het misdrijf “inmenging in het openbaar ambt”.
Een bewakingsagent mag evenmin overgaan tot fouilleren. Een afwijking op deze regel werd voorzien voor de bewakingsagenten die met persoonscontrole belast zijn. Zij kunnen hoogstuitzonderlijk en mits in acht neming van zeer strikte regels en voorwaarden overgaan tot een oppervlakkige fouille.
6.7. Beschikt een bewakingsagent over enige arrestatiebevoegdheid ?
Iedere burger heeft onder bepaalde strikte voorwaarden het recht iemand te arresteren. Dus ook een bewakingsagent. Deze bevoegdheid volgt niet uit de Private Veiligheidswet maar wel uit art. 1, 3° van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
Wanneer ?
Als men iemand op heterdaad betrapt bij het plegen van een misdaad of wanbedrijf.
Men mag echter geen bovenmatig geweld gebruiken.
Men mag nooit iemand ophouden met de bedoeling een minnelijke schikking af te dwingen. De ordediensten moeten in geval van vasthouding steeds onmiddellijk verwittigd worden.
De dader moet bij aankomst van de politiediensten aan hen worden overgeleverd.
Het begrip “heterdaad” moet hier zeer eng geïnterpreteerd worden. De persoon die iemand ophoudt, moet de misdaad of het wanbedrijf zelf hebben zien gebeuren.
Volledigheidshalve moet toegevoegd worden dat bewakingsagenten die deel uitmaken van een interne bewakingsdienst van een openbare vervoersmaatschappij en activiteiten van persoonscontrole uitvoeren, op basis van de Private Veiligheidswet, personen die niet in het bezit zijn van een geldig vervoersbewijs kunnen staande houden, op voorwaarde dat een politiedienst onmiddellijk verwittigd wordt en in afwachting dat deze ter plaatse komt.
6.9. Identiteitscontrole
Bewakingsagenten mogen geen identiteiten controleren. De wet verbiedt uitdrukkelijk om personen identiteitsdocumenten te laten voorleggen of te laten overhandigen, te controleren, te kopiëren of in te houden.
Er worden twee uitzonderingen voorzien :
1° identiteitsdocumenten laten voorleggen gedurende de tijd nodig voor het controleren van de identiteit bij de toegang van niet voor publiek toegankelijke plaatsen, in zoverre dat deze plaatsen behoren tot een categorie die voorkomt op een lijst, vastgesteld door de minister omdat de toegang ertoe door onbevoegde personen een bijzonder veiligheidsrisico kan uitmaken;
2° identiteitsdocumenten laten voorleggen in zoverre de bewakingsagent is aangesteld door de exploitant van een kansspelinrichting voor taken van toegangscontrole in de zin van artikel 62 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
In deze twee gevallen moet de betrokkene vooraf door de bewakingsagent ervan ingelicht worden dat hij of zij de controle kan weigeren. Deze identiteitscontroles kunnen pas doorgaan als de betrokken persoon daar vrijwillig mee instemt. Bij weigering kan de bewakingsagent de toegang ontzeggen.
Gezien in heel wat andere gevallen de identiteitscontrole een exclusieve bevoegdheid is van de algemene politiediensten kan het controleren van identiteitsdocumenten door een bewakingsagent, buiten de omstandigheden die de Private Veiligheidswet dit toelaat, het misdrijf aanmatiging openbaar ambt uitmaken.
Waarom geen aangetekende zending als dat nodig is? "Ik heb geappt, gebeld, gezegd, gemaild, facegeboekt, met krijt op het voetpad geschreven.... " Neem pen en papier en schrijf!