#3 , 21 nov 2018 21:36
De zuster wordt afzonderlijk belast; op de helft van de erfenis (roerend en onroerend samen genomen).
Ze betaalt 25% op de eerste 35000 en 30% op 15000 (als uw 100000 netto was; dus na passief).
Voor de 4 neven en nichten die de plaats vervullen van de vooroverleden broer geldt iets heel speciaal als één neef/nicht zwaar gehandicapt is.
Men maakt een berekening voor de 4 samen; op de andere helft. Daar past men het hoogste tarief op toe (tarief "anderen" of "vreemden"). Zij kunnen dan ook snel in een hogere schijf van dat tarief belanden. Het berekende bedrag aan erfbelasting wordt dan in 4 gedeeld: dat is de schuld voor de 3 niet-gehandicapten (elk 1/4de).
Ze betalen 25% op 35000 en 45% op 15000 (elk een 4de daarvan; met 3).
Voor de gehandicapte persoon neemt men één vierde van de helft; en dat past men toe in hetzelfde tarief. De erfbelasting wordt berekend alsof hij/zij de enige is in dat tarief.
Hij/zij betaalt 25% op 12500.
Die persoon heeft dan ook nog recht op een vermindering (abattement) als gehandicapte.
Alle personen hebben dan ook recht op een vermindering omdat hun erfenis onder een bepaalde grens blijft. Grofweg is dat 10% er af.
*****************************************
Bron: Vlaamse Codex Fiscaliteit, artikel 2.7.3.2.12. §2, 2de lid:
Als een gehandicapte persoon of een gehandicapt kind als vermeld in paragraaf 1, samen met personen op wie het tarief `tussen anderen' van toepassing is, onderworpen is aan het tarief, vermeld in tabel II van artikel 2.7.4.1.1, wordt, in afwijking van artikel 2.7.4.1.1, de belasting voor de gehandicapte persoon of het gehandicapte kind berekend alsof hij als enige voor de nettoverkrijging van de nalatenschap in aanmerking komt. Voor de andere verkrijgers wordt conform artikel 2.7.4.1.1 de belasting berekend alsof de gehandicapte persoon of het gehandicapte kind die hoedanigheid niet heeft.