Ik heb een aantal vragen over het verrekeningsbeding, en ik weet dat het niet puur fiscaal recht is en dat het voornamelijk vermogensrechtelijk van aard is maar een fiscaal jurist moet meestal over de muur kunnen kijken.
Wat ik me afvraag is hoe het verrekeningsbeding concreet in zijn werk gaat, dus stel:
A en B zijn getrouwd onder stelsel van scheiding van goederen sinds 1997. In het huwelijkscontract werd een finaal facultatief verrekeningsbeding voorzien met de verdeelsleutel 50/50. In 2017 komt A te overlijden.
A was beroepsmatig actief en heeft hierdoor een vermogen opgebouwd van 500.000 euro.
B was huisvrouw en heeft hierdoor een vermogen opgebouwd van 200.000 euro.
Quid?
Is volgende redenering juist?
Aangezien A komt te overlijden en B een vordering instelt tegen A, zal zij de meerwaarde van de aanwinsten kunnen vorderen.
Dus 500.000 - 200.000 = 300.000
En op die 300.000 de verdeelsleutel toepassen? Dus 300.000/2 = 150.000
conclusie: B heeft recht op 150.000 euro en er ontstaat een schuld in hoofde van A van 150.000 euro?
Bijvraag 1)
Wat indien er een verdeelsleutel is opgesteld van 0/100?
Is B -bij het inroepen van het verrekeningsbeding- dan gerechtigd op de 500.000 euro die in het vermogen van A steekt?
Dus: B heeft recht op 500.000 euro en er ontstaat een schuld in hoofde van B van 500.000 euro?
Hoe zit dit met de regel dat je niet meer mag erven dan de helft of anders is er een risico op inkorting?
En hoe zit het met de fictieve massa bepalen?
Bijvraag 2)
Waarom wordt er gewerkt met de artikelen uit het Wetboek Successierechten als er overal net wordt gezegd dat het Wetboek Successierechten is geïncorporeerd in de Vlaamse Codex Fiscaliteit?
Alvast bedankt voor jullie hulp!