1. Binnen welke termijn moet een notaris na een overlijden de erfgenamen uitnodigen om de inhoud van een authentiek testament te kennen of voor te lezen en/of om er een afschrift of fotokopie van te bekomen ?
Er is geen wettelijke termijn. De notaris zal echter alleen in actie schieten wanneer hij door erfgenamen gecontacteerd wordt om het testament naar boven te halen. Er is geen verplichting van de notaris om spontaan, ook als hij buiten zijn kantoor verneemt dat de testator gestorven is, de mensen in het testament vermeld te contacteren. Hij treedt niet ambtshalve op, maar alleen wanneer hij verzocht wordt hiertoe. Er kan immers een later testament zijn dat het eerdere testament bij de notaris herroept en dan heeft het geen zin om dit testament naar boven te halen.
Eenmaal de notaris is aangezocht, zal hij binnen een redelijke termijn de erfgenamen contacteren. Redelijk, in de zin dat er rekening moet gehouden worden met de aangiftetermijn (4 maanden) en de termijn die de erfgenamen nodig hebben om zich over hun erfkeuze te beraden. Zo snel mogelijk dus.
2. Mag bij familiale discussies, spanningen of ruzies de notaris de erfgenamen apart of afzonderlijk uitnodigen zodat er zich in het notariaat geen hoog oplopende ruzies zouden voordoen tussen de erfgenamen ?
Ja, dit kan perfect.
Nadeel is dat er geen akkoord kan gesloten worden op dat eigenste moment.
3. Naar het schijnt kan men bij het Centraal Register van Testamenten blijkbaar vernemen of er al dan niet een testament werd geregistreerd op naam van een overledene en bij welke notaris het testament werd opgesteld.
Ja, dat is zo. De notariële testamenten en de geregistreerde eigenhandige testamenten - die in bewaring bij de notaris zijn - zijn er gekend. Testamenten die in een lade in het sterfhuis liggen, zijn niet gekend.
Mag indien men denkt erfgenaam te zijn, daarvan aan die bewuste notaris dan mondeling of schriftelijk de uitdrukkelijke bevestiging vragen ?
Alleen een erfgerechtigde mag dit vragen: wettelijke/reservataire erfgenamen kunnen dit aanvragen en de inhoud van het testament kennen. Ook de legatarissen die al weten dat ze in het testament staan, kunnen dit vragen. Voor het overige geldt het beroepsgeheim.
4. Welke concrete notariswetten regelen voornoemde kwesties ?
Het beroepsgeheim (staat ergens in Strafwetboek, weet het niet uit het hoofd).
Notariswet (o.a. art. 23 in het bijzonder).
Art. 976 Burgerlijk Wetboek (zijdelings ermee te maken).