#4 , 04 jan 2017 21:55
Dit is niet correct. Er is wel degelijk een voorkooprecht. Indertijd zal dit zo opgenomen zijn om de zoon toe te laten de geheelheid van het huis te verwerven.
Oudste kind (dochter) heeft dus recht op 1/3 van het onroerend goed. Wie bepaalt de prijs?
=> De prijs wordt bepaald door de koper. Stel dat de dochter haar 1/3 wil verkopen aan een derde dan moet het voorkooprecht voor die 1/3 aangeboden worden aan de zoon voor de prijs die de derde wil bieden. Biedt die derde 50.000 euro dan is dat de prijs.
Moet het goed openbaar verkocht worden om zoon zijn recht op voorkoop te kunnen garanderen?
=> Zeker niet. Het voorkooprecht werkt bij verkoop uit de hand én bij openbare verkoop.
(In de veronderstelling dat het een 'normaal' voorkooprechtbeding is.)
Wat als dochter het goed wil kopen? Daar maakt ze dus geen kans meer op als zoon het eveneens wil aankopen?
=> Dochter kan een bod doen aan de zoon voor zijn 2/3. Als hij vrijwillig verkoopt kan de dochter het huis kopen. Als hij het niet vrijwillig wil verkopen, zit de dochter vast. Ze kan de gerechtelijke vereffening-verdeling vorderen van de 2/3 volle eigendom van de moeder. In het kader van de verdeling kan de boedelnotaris dit misschien toewijzen aan de dochter... of aan de zoon. Maar de zoon zal dan nog steeds zijn overige 1/3 van het huis hebben. Dan zou de dochter weer de vereffening-verdeling moeten vragen, ditmaal van de zaakgemeenschap die bestaat uit alleen het huis.
Een mogelijks probleem is het recente cassatiearrest dat zegt dat de verdeling niet gevraagd kan worden van een vrijwillige onverdeeldheid. Maar goed, daar ga ik niet verder op ingaan...