Vrijstelling van erfbelasting op de gezinswoning bij feitelijk samenwonenden.

De bezige bij
Topic Starter
Berichten: 135
Juridisch actief: Nee

Vrijstelling van erfbelasting op de gezinswoning bij feitelijk samenwonenden.

#1 , 04 nov 2016 13:49

FEITELIJK SAMENWONENDEN kunnen in principe de Vlaamse vrijstelling van successierechten of erfbelasting op de gezinswoning verkrijgen op dubbele voorwaarde dat zij, enerzijds, op het ogenblik van overlijden minstens DRIE jaar ononderbroken met de erflater hebben samengewoond EN, anderzijds, EEN GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING hebben gevoerd.

Het bewijs van "feitelijk samenwonen" kan allicht probleemloos worden bewezen aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister of van een getuigschrift van gezinssamenstelling.

Maar, hoe of op welke praktische wijze kan of moet het bewijs van het voeren van een "GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING" voortaan precies worden geleverd in de Vlaamse aangifte van nalatenschap, wetende dat de wettelijk samenwonenden dit tweede bewijs zelfs niet eens moeten leveren ?

Algemene pertinente praktijkvragen.

1. Welke concrete bewijzen vraagt of eist de Vlaamse Belastingdienst-Erfbelasting voor “feitelijk” samenwonenden ?

2. Moeten de feitelijk samenwonenden een gemeenschappelijke zicht- of bankrekening of kredietkaart hebben om alle vaste en variabele kosten van levensonderhoud te betalen en te bewijzen, zoals onder meer met betrekking tot voeding, kledij, kosten inzake nutsvoorzieningen, woonlasten, verzekeringen, telefoon, internet, autokosten, lokale belastingen, enz….?

3. Bestaan over dit specifiek fiscaal aspect ondertussen specifieke ministeriële of administratieve VLAAMSE dienstbrieven, al dan niet overgenomen van de voorheen bevoegde registratiekantoren van de FEDERALE Overheidsdienst Financiën ?

4. Bestaat hierover al fiscale rechtspraak ?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
wanton
Berichten: 9891
Locatie: HEIST , bij-den-berg

#2 , 04 nov 2016 18:17

Is dit een opgave voor het school?
Het feit dat men samenwoont en beiden een deel van de kosten qua nutsvoorzieningen en eten betaalt, is dikwijls voldoende. Indien er een kind is dat bij beiden inwoont verhoogt de waarschijnlijkheid.
Gemeenschappelijke huishouding : er is maar één keuken, waar de gezamenlijke maaltijden worden bereid. Er is slechts één badkamer die beiden gebruiken.
Men kan samenwonen, maar ieder heeft een eigen woonkamer met keuken en sanitair. Die hebben dus geen gezamenlijke huishouding.
Ik heb gisteren gezien , ik ken morgen!
Toet-anch-Amon

wolf2
Berichten: 2071

#3 , 04 nov 2016 18:34

Een domicilie op hetzelfde adres houdt een weerlegbaar vermoeden in van het bestaan van een gemeenschappelijke huishouding.
Geen enkel bewijs te leveren dus, als de adressen kloppen.
Vlabel heeft toegang tot het Rijksregister; er zijn geen attesten nodig.

Er bestaan geen standpunten daarover. Voor rechtspraak is het nog te vroeg; de bezwaren zijn nog niet opgelost.

Reclame

De bezige bij
Topic Starter
Berichten: 135
Juridisch actief: Nee

#4 , 04 nov 2016 20:31

Dag Wolf2. Bedankt ! Dat lijkt mij een zeer degelijke benadering. Zouden er daarover dan toch discussies bestaan bij de Vlaamse belastingdienst die op vandaag door de inspecties nog niet werden afgehandeld ?

Poene
Berichten: 484
Juridisch actief: Nee

#5 , 04 nov 2016 23:00

In het Procedureboek Erfbelasting (feb. 2016) staat er iets over geschreven. Deze interne cursus, die door de ambtenaren van Vlabel wordt gebruikt, zegt:

Om een gemeenschappelijke huishouding te bewijzen moet men in principe aantonen dat er kostendeling is voor de huishoudelijke uitgaven. De bijdrage in de gemeenschappelijke huishouding moet echter niet uitsluitend op geldelijk vlak worden beoordeeld. Zo kan een ‘zorgrelatie’ waarbij één van de partijen enkel verzorgt en geen eigen inkomsten heeft, in aanmerking worden genomen voor het tarief “tussen partners”.

Een uittreksel uit het bevolkingsregister houdt een vermoeden van samenwonen en samenleven in: wie ingeschreven is op hetzelfde adres in het bevolkingsregister wordt vermoed samen te wonen en een gemeenschappelijke huishouding te voeren. De bewijslast keert om. De inschrijving in het bevolkingsregister creëert een weerlegbaar vermoeden van samenwoning. Vlabel zal het tegendeel moeten bewijzen.

Kinderen die nog inwonen bij hun ouders, en samen met broers en zussen, vader en moeder een gezin vormen worden vermoed met elkaar een gemeenschappelijke huishouding te voeren. Het vermoeden geldt ongeacht of de kinderen minderjarig of meerderjarig zijn, ongeacht of zij nog studeren of reeds eigen inkomsten hebben. Bij overlijden van één van de kinderen kwalificeren zijn broers en zussen die nog op hetzelfde adres zijn ingeschreven zich dus voor het begrip “partner” ((Beslissing van 21 februari 2002, bl. nr. EE/98.658 -bevestigd)

De bezige bij
Topic Starter
Berichten: 135
Juridisch actief: Nee

#6 , 05 nov 2016 08:00

Bedankt Poene ! Dit is een heel interessante passage uit het blijkbaar kersvers Procedureboek Erfbelasting.

Hoe Vlabel het tegendeel zal moeten of zal "kunnen" bewijzen is zeer de vraag. Wie iets beweert, moet inderdaad bewijzen.

Misschien als feitelijk samenwonend koppel voor alle veiligheid toch best een "gezamenlijke" zichtrekening openen, ook al woont men bijvoorbeeld al meer dan 10 jaar ononderbroken feitelijk samen ?
Of is dat overbodig ?

Poene
Berichten: 484
Juridisch actief: Nee

#7 , 05 nov 2016 12:01

Dat lijkt mij zeker overbodig. 10 jaar samenwonen is meer dan genoeg.

De bezige bij
Topic Starter
Berichten: 135
Juridisch actief: Nee

#8 , 05 nov 2016 16:14

Hallo Poene. Oprechte dank voor de zeer overtuigende geruststelling !

Terug naar “Successie- & Registratierechten”