JuridischForum.be

Na overlijden van ouder deden we aangifte voor de successierechten. Minder dan drie jaar voor overlijden werd een onroerend goed verkocht. Volgens de wet wordt verondersteld dat het nog in de erfenis zit gedurende drie jaar.

Nu vragen ze ons aan te tonen wat er met het geld van die verkoop is gebeurd. Er is met dat geld helemaal niets gebeurd want het zit in de roerende waarden die werden aangegeven in de successieaangifte.
Het aangegeven roerend vermogen is trouwens een veelvoud van de opbrengst van die verkoop en bovendien was er tussen ogenblik van verkoop en overlijden ook nog een schenking (geregistreerd met 3 %) ongeveer gelijk aan de opbrengt van die verkoop. Dat is allemaal in detail in de aangifte meegedeeld.

Ik vraag me af wat we nu in godsnaam nu nog verder moeten en kunnen aantonen?
Hoe moeten we hier best op reageren?

Niemand?

Het feit dat het een en ander (cfr. de opbrengst van de verkoop) deel is gaan uitmaken van de roerende waarden (cfr. spaarrekening, kasbons, fondsen, etcetera..) ... dat kan u bewijzen door aan de bank(en) bijv. een listing te vragen van alle roerende waarden van voor de verkoop... en dat de toetsen aan de datum van de akte houdende de verkoop van de (on)roerende goederen!!!
Zo simpel is dat.

Ik begrijp ook niet dat de Registratie één en ander niet aanvaardt. Waarschijnlijk spelen hier toch andere elementen mee.
Dikwijls is het voldoende om aan te tonen wat er met het bedrag van de verkoop is gebeurd : vb. storting op een rekening. Indien dat is op een rekening is die ook opgegeven wordt in de aangifte , is men mi. reeds veel verder. Herinner de Registratie ook nog eens aan de geregistreerde schenking(en). Misschien dat een gesprel met de Ontvanger al veel oplost.
Indien men , na een verkoop van onroerend goed , een bedrag wil schenken aan de kinderen , is het in dit verband toch beter om het bedrag van de verkoop te behouden zodat men kan bewijzen wat er mee gebeurd is. De schenkingen worden gedaan uit de reeds voordien aanwezige tegoeden.

@Wanton:
Registratie heeft niet gezegd dat ze iets niet aanvaard. Ze verwijzen enkel naar bewust wetsartikel en stellen letterlijk de vraag: "Waarvoor werden de gelden van de verkoop gebruikt?"
Het is voor de rest een probleemloze aangifte. Ze hebben enkel een kostennota van 20 EUR geschrapt en ze rekenen ons bijgevolg een bedrag aan rechten aan dat quasi identiek is met onze eigen berekening. Maar toch stellen ze die eigenaardige vraag net alsof we desaangaande nog niets zouden verklaard hebben. Ze geven ook geen termijn aan binnen dewelke we op die vraag moeten antwoorden.

Het betreft één van onze ouders die overleden is. De andere ouder leeft nog. Er was geen huwelijkskontrakt. Enkel het verkochte onroerend goed was persoonlijke eigendom van de overledene (had hij vroeger geerfd). Hij bezat geen enkele andere persoonlijke eigendom. Hij (alleen, niet samen met echtgenote aangezien het zijn persoonlijke bezit was) heeft de opbrengst daarvan anderhalf jaar voor zijn overlijden via geregistreerde schenking voor 85 percent weggeschonken. De schenking vond plaats een tweetal weken na verlijden van de akte van de verkoop van het O.R. goed. De resterende 15 percent is opgegaan in het gemeenschappelijke vermogen van de echtgenoten (zit dus in aangegeven gemeenschappelijk vermogen).

We begrijpen niet waarom de overledene (bij leven) zijn eigen vermogen niet zou hebben mogen wegschenken.
Fiscus kan toch niet én schenkingsrechten én erfenisrechten heffen op hetzelfde?

Ik zie niet in op welke rechtsgrond ze problemen maken. Als men de opbrengst van een verkoop van een onroerend goed heeft weggeschonken met een geregistreerde schenking - zelfs binnen de drie jaar na de verkoop - dan kan men niet meer belasten met successierechten (non bis in idem).
Misschien betreft de vraag enkel het nog resterende deel dat NIET werd geschonken (en dat jullie nu hebben "ten onrechte"(?) hebben aangegeven als gemeenschappelijk vermogen) maar hebben ze dat niet duidelijk gespecifieerd....

Of misschien zijn ze dezer dagen wat gestresseerd bij Registratie zoals met betrekking tot een aangifte die ik heb gedaan en waar ze beweren dat er een testament is terwijl de notaris in de akte van bekendheid het tegendeel heeft vermeld (notaris zegt dat het testament met een tweede testament volledig is herroepen). Toch blijft Registratie hierover zeuren (toeval: met testament zouden ze hogere successierechten kunnen vorderen...)