erfenis verkoop woning

Julien Lekens
Topic Starter
Berichten: 2

erfenis verkoop woning

#1 , 18 nov 2006 15:20

Hallo,
vader heeft 5 kinderen en komt te overlijden.Moeder is reeds vroeger overleden. Sedert 3 jaar is een van de kinderen terug komen inwonen ( zonder huurcontract ).
Heeft hij voorkeursrecht op aankoop woning?
Wat indien andere kinderen niet akkoord gaan met de voorgestelde prijs?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
wolf2
Berichten: 2071

#2 , 28 dec 2006 11:16

Hallo,
vader heeft 5 kinderen en komt te overlijden.Moeder is reeds vroeger overleden. Sedert 3 jaar is een van de kinderen terug komen inwonen ( zonder huurcontract ).
Heeft hij voorkeursrecht op aankoop woning?
Wat indien andere kinderen niet akkoord gaan met de voorgestelde prijs?
Eventueel wel.
Het hangt af van het kadastraal inkomen van de woning.

Zoek de z??r korte wet van 1900 op de site van Justitie die hieronder vermeld is:

Onverminderd de rechten van de langstlevende echtgenoot bepaald in artikel 745quater, ? 2, en het voorkeurrecht bepaald in artikel 4 van de wet van 16 mei 1900 tot wijziging van het erfstelsel voor de kleine nalatenschappen, kan ieder van de mede?rfgenamen zijn deel van de roerende en de onroerende goederen der nalatenschap in natura vorderen; met uitzondering van de goederen bedoeld bij artikel 140bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.

j.demoor
Berichten: 10360

#3 , 29 dec 2006 12:24

?terug komen inwonen? verleent geenszins een voorkooprecht.

?Art.1583.Hij(=de koop) is tussen partijen voltrokken, en de koper verkrijgt van rechtswege de eigendom ten aanzien van de verkoper, zodra er overeenkomst is omtrent de zaak en de PRIJS, hoewel de zaak nog niet geleverd en de prijs nog niet betaald is.?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

De koop is dus niet voltrokken zolang niet ALLE medeeigenaars tot overeenkomst komen omtrent de prijs.

?Art.815.Niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven; en de verdeling kan te allen tijde worden GEVORDERD, niettegenstaande enige hiermee strijdige verbodsbepaling of overeenkomst...?(B.W.)

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in http://just.fgov.be

Reclame

wolf2
Berichten: 2071

#4 , 29 dec 2006 15:00

16 MEI 1900. - Wet tot erfregeling van de <kleine> <nalatenschappen>

zie delen in vet

Artikel 1. <W> Wanneer, voor het geheel of voor een deel, een <nalatenschap> onroerende goederen bevat, waarvan het kadastraal inkomen in 't geheel (1.565 EUR) niet overtreft, wordt van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek afgeweken, zoals in de navolgende artikelen is aangeduid. <KB>
Het inkomen van de onroerende goederen die nog niet gekadastreerd of niet als afzonderlijk perceel gekadastreerd zijn, wordt, zo daartoe redenen zijn, vastgesteld zoals ter zake van grondbelasting.
De berekening geschiedt op het kadastraal inkomen van de dag van het openvallen der <nalatenschap>.
Art. 2. (...) <opgeheven>.
Art. 3. Zo er, onder de erfgenamen in rechtstreekse linie van de eerststervende echtgenoot, een of verscheidene minderjarigen zijn, kan (de onverdeeldheid van de goederen die de langstlevende echtgenoot in vruchtgebruik heeft overeenkomstig artikel 745bis of 915bis van het Burgerlijk Wetboek), hetzij op verzoek van een der belanghebbenden, hetzij ambtshalve, (...), gehandhaafd worden door de vrederechter voor een termijn of voor achtereenvolgende termijnen, die niet verder zullen gaan dan de meerderjarigheid van de jongste minderjarige. <W> <W>
Deze bepaling houdt op van kracht te zijn, hetzij wanneer het vruchtgebruik eindigt, hetzij wanneer, bij toepassing van artikel 4 dezer wet, de goederen overgenomen worden.
De beslissing, waarbij de vrederechter de onverdeeldheid behoudt, wordt overgeschreven op het register dat moet gehouden worden naar luid van het eerste artikel der wet van 16 december 1851. V??r de overschrijving, is zij niet geldend ten aanzien van derden die zich te goeder trouw verbonden.
Art. 4. ((Onverminderd de rechten die artikel 1446 van het Burgerlijk Wetboek toekent aan de langstlevende echtgenoot, heeft ieder van de erfgenamen in de rechte lijn en, in voorkomend geval, de noch uit de echt noch van tafel en bed gescheiden langstlevende echtgenoot het recht) tot overneming, naar schatting, hetzij van de woning, bij het overlijden, door de de cujus, zijn echtgenoot of een van zijn afstammelingen betrokken, benevens de stoffering, hetzij van het huis, de meubelen, alsmede van de gronden die de bewoner van het huis persoonlijk en voor eigen rekening in gebruik had, het landbouwmaterieel en de dieren tot de bebouwing dienende of de goederen, de grondstoffen, de beroepsvoorwerpen en andere hulpmiddelen die aan het handels-, ambachts-, of nijverheidsbedrijf zijn verbonden.) <W> <W>
De wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarigen of van hen, die onder curatele staan, mogen, (met machtiging van de vrederechter van de plaats waar de voogdij is opengevallen), de overneming bewerkstelligen. <W>
(Willen verschillende belanghebbenden het recht tot overneming uitoefenen, dan wordt de voorkeur bij voorrang en in de volgende orde gegeven aan:
a) de overlevende echtgenoot;
b) degene die de de cujus heeft aangewezen;
c) degene die tot aan het overlijden, zelfs zonder het huis met de de cujus of zijn echtgenoot te bewonen, op regelmatige en voortdurende wijze in het bedrijf meewerkte;
d) degene die tot aan het overlijden met de de cujus of zijn echtgenoot het huis bewoonde en hem hulp en bijstand verschafte;
e) degene die op het ogenblik van het overlijden het huis bewoont;
f) degene die door de meerderheid van de belangen is aangewezen en, bij gebreke van deze meerderheid, hij die door uitloting is aangewezen.
Eisen verscheidene erfgenamen de begunstiging met een van de leden b, c, d of e op, dan kunnen zij de overneming gezamenlijk verrichten.) <W>
Is dit door een belanghebbende of door een schuldeiser gevraagd, dan wordt er tot de schatting overgegaan door het toedoen van de vrederechter, die daartoe een of verscheidene schatters mag benoemen. Door de vrederechter wordt uitspraak gedaan op de minute van het verzoekschrift; zijn bevelschrift is uitvoerbaar op de minute. Bij aangetekende brieven geeft de griffier aan de belanghebbenden kennis van de dag en het uur waarop de eed zal worden afgelegd door de schatter; deze bepaalt onverwijld dag en uur voor zijn verrichtingen. De belanghebbenden, die bij de be?diging niet zijn opgekomen, worden door de griffier bij aangetekende brieven verwittigd. Elke eis tot wraking van den schatter moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, uiterlijk bij de be?diging worden ingediend; onmiddellijk doet de vrederechter uitspraak over deze vraag (...). <W>
(Wanneer de burgerlijke rechtbank een voor haar aanhangige vordering tot veiling van onverdeelde goederen verwerpt, kan zij dadelijk de deskundigen benoemen, belast met de raming, en deze vaststellen. Zij wijst een van haar leden aan om over de geschillen waartoe de terugnemingen aanleiding mochten geven, uitspraak te doen zoals hierna is bepaald.
Rijzen er betwistingen omtrent de wijze waarop de terugneming moet geschieden, weigert een van de belanghebbenden daarin toe te stemmen of is hij niet tegenwoordig, dan worden de belanghebbenden of hun wettelijke vertegenwoordigers ten minste vijftien dagen tevoren bij aangetekende brief opgeroepen door de vrederechter of, in het geval van het vorige lid, door de daartoe aangewezen rechter. Op de bepaalde dag vergaderen de belanghebbenden onder voorzitterschap van de magistraat die hen heeft opgeroepen. Zelfs bij afwezigheid van een of meer belanghebbenden kan tot de werkzaamheden worden overgegaan. In voorkomend geval benoemt de rechter, die de vergadering voorzit, een notaris om de afwezigen te vervangen, hun aandelen te ontvangen en er ontvangstbewijs van te geven; het ereloon van de notaris moet betaald worden door de partijen die hij vertegenwoordigt. De rechter beslecht de geschilpunten en verwijst partijen voor het verlijden van de akte naar de door hen aangewezen notaris of, indien zij het over deze keus niet eens kunnen worden, naar een ambtshalve benoemde notaris.) <W>
Art. 5. <W> Behoudens om een ernstige reden, door de vrederechter vooraf als geldig erkend, kan de overnemer gedurende een tijdvak van vijf jaren met ingang van de datum waarop de akte van overneming is verleden, de overgenomen onroerende goederen niet vervreemden.
De overnemer die een ernstige reden aanvoert, dient een verzoekschrift in bij de vrederechter van het kanton waar het goed met het grootste kadastraal inkomen gelegen is.
De griffier roept, ten minste vijftien dagen te voren, bij aangetekende brief alle partijen op, die bij de overneming betrokken waren. De vrederechter verleent of weigert zijn toestemming na partijen te hebben gehoord.
Indien de overnemer de goederen zonder machtiging geheel of gedeeltelijk vervreemdt, is hij gehouden aan ieder van de gewezen mede?igenaars of aan hun rechtverkrijgenden een vaste vergoeding te betalen, ten bedrage van 20 t.h. van hetgeen zij hebben ontvangen als prijs voor de overneming.
Hetzelfde geldt in geval van gezamenlijke overneming, wanneer een van de overnemers zijn onverdeelde rechten zonder voorafgaande machtiging aan iemand anders dan een medeovernemer afstaat.
Art. 6. <ingevoegd> De overnemer of ten minste een van hen, wanneer er verscheidene zijn, is gehouden de overgenomen onroerende goederen binnen drie maanden en gedurende vijf jaren na de datum waarop de akte van overneming is verleden, persoonlijk te betrekken en te exploiteren, zoniet moet hij aan ieder van de gewezen mede?igenaars of aan hun rechtverkrijgenden een vaste vergoeding betalen ten bedrage van 20 t.h. van hetgeen zij in totaal hebben ontvangen als prijs voor de overneming.
De overnemer kan, om een ernstige reden, van de verplichting om de goederen persoonlijk te betrekken en te exploiteren worden ontslagen, hetzij op het ogenblik van de overneming, door de rechtbank die beslist, hetzij later, door de vrederechter van het kanton waar het goed met het grootste kadastraal inkomen gelegen is.
In het laatste geval moet dezelfde procedure worden gevolgd als die welke in artikel 5 is bepaald.
Art. 7. <ingevoegd> De vergoedingen bepaald in de artikelen 5 en 6 worden niet gecumuleerd; de betaling van ??n ervan stelt de overnemer vrij van alle andere verplichtingen.
Art. 8. <ingevoegd> De overnemer kan zich van de in de vorenstaande artikelen 5 en 6 gestelde verbodsbepalingen en verplichtingen bevrijden en de vaste straf van 20 t.h. niet oplopen, indien hij de overgenomen uit hun aard onroerende goederen gezamenlijk bij openbare toewijzing verkoopt, maar in dit geval komt, wanneer de opbrengst van die verkoop groter is dan de waarde die aan hun overneming ten grondslag lag, het verschil als vergoeding toe aan alle gewezen mede?igenaars in verhouding tot hun aandeel bij de overneming.
Art. 9. <ingevoegd> De vordering tot betaling van de in de artikelen 3, 4 en 5 bepaalde vergoedingen, behoort tot de bevoegdheid van de rechtbank die nopens de overneming heeft beslist; zij moet op straffe van verval worden ingediend binnen een jaar na de verkoop, de ontruiming van de woning of de staking van het bedrijf dat er aanleiding toe geeft.
Art. 10. <W> De beslissingen, gewezen in de verschillende hierboven bedoelde gevallen, zijn niet vatbaar voor hoger beroep indien het kadastraal inkomen van al de onroerende goederen, de dag van terugneming, (520 EUR) niet te boven gaat. <KB>

Terug naar “Successie- & Registratierechten”