Mijn situatie:
1. Ter executie van een me veroordelend, ofwel nooit betekend, door een rechtbank van eerste aanleg uitgesproken vonnis, heb ik in mei 2012 aan een deurwaarder de opdracht gegeven het door hem op basis van genoemd vonnis gerekende bedrag aan de Deposito- en Consignatiekas te storten ten gunsten van de vervolgende bvba welke daarna, namelijk in april 2013, bij verstek, door een in mei van het zelfde jaar in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en tot nu toe nooit hervormd vonnis van een rechtbank van koophandel ontbonden werd met onmiddellijke afsluiting van zijn vereffening.
2. Wat de eerste zaak betreft is de griffie van het bevoegde hof van beroep wel degelijk, namelijk door middel van een schriftelijk verzoek, op de hoogde gesteld van de noodzaak de procedurele gevolgen uit te trekken van het verlies van de actieve rechtspersoonlijkheid van mijn tegenstander, en dit, eerst door mij persoonlijk, zodra ik in oktober 2013 op de hoogte werd gesteld van de redenen van genoemde vereffening, en daarna in augustus 2016, deze keer rechtstreeks door een advocaat.
3. Ondanks beide deze pogingen, bleef de voorlopige datum van het pleidooi niettemin verder uitgesteld, en dit, zonder dat daarmee de gevraagde rechter zich ooit de moeite heeft genomen om te reageren nog tegen mijn verzoek, nog tegen die van de advocaat. Genoemd pleidooi is nu voorlopig uitgesteld tot oktober 2017 (na te zijn vastgesteld tot respectievelijk mei 2016, ten tijde van mijn eerste poging van 2013, en mei 2017 ten tijde van de poging van de advocaat van 2016)
Mijn eerste vraag:
Heeft iemand een suggestie om ervoor te zorgen dat het hof van beroep eindelijk uitspraak doet over de redenen waarom een zaak nog steeds aanhangig blijft ondanks het feit, dat een van de partijen een vereffende als eiseres optredende bvba is?
Mijn tweede vraag:
In het geval dat het pleidooi zolang verder wordt uitgesteld tot zijn definitieve datum hetgene van het einde van het vijfjarig passief bestaan van genoemde als eiseres optredende bvba overschrijdt, wat zal het lot zijn van het ten gunste van deze laatste door mij vrijwillig aan de Deposito- en Consignatiekas gestort bedrag?