Naar aanleiding van het overlijden van ons moeder (weduwe) hebben wij, 3 zonen beslist om de aangifte van haar nalatenschap zelf te doen. Na het overlijden van ons vader hebben wij in 2001 met zijn 3 een eigendom gekocht, elk 1/3 in blote eigendom en mijn moeder het vruchtgebruik. Deze “gesplitste aankoop” werd ons voorgesteld door de notaris om later successierechten te vermijden ; op voorwaarde dat mijn moeder niet zou overlijden binnen de 3 jaar.
Bij het verlijden van de aankoopakte werd bij de notaris door 2 broers een bankcheque voorgelegd afkomstig van hun eigen bankrekening. De bankcheque van de 3de broer kwam van dezelfde bankrekening als de rekening waar ons moeder haar vruchtgebruik mee betaald heeft. We weten niet meer waarom dit zo afgehandeld is!
Onze vragen :
1.Zal de fiscus dit als een vermoeden van “bedekte bevoordeling” zien aangezien er hier, in tegenstelling tot de 2 andere broers geen “tegenbewijs” kan geleverd worden?
2. Zal enkel dat deel 1/3 (in blote eigendom) als legaat beschouwd kunnen worden en onderhevig zijn aan erfbelasting of zal de totale eigendom als legaat beschouwd worden?
3. Ingeval het door de fiscus als een legaat beschouwd wordt, welk bedrag moet er dan bij het actief komen : het bedrag van de zogezegde niet-geregistreerde schenking in 2001 of de waarde van het eigendom op heden? Moet het eigendom dan geschat worden?
4. Op p.21 wordt aangeduid dat het een uitdoving van het vruchtgebruik betreft. Moet er in andere rubrieken nog iets vermeld worden bvb bij “fictiebepalingen”? Of moeten we gewoon een kopie van de eigendomstitel bij de aangifte van nalatenschap toevoegen en de fiscus zijn eigen interpretatie laten doen (op straffe van boete?)
Alvast bedankt voor jullie deskundige opmerkingen!