Geachte,
Hopelijk kunnen jullie me nuttige raad geven in de volgende situatie. Alvast bedankt.
Situatie
Mijn vader en moeder trouwden in 1979 onder het stelsel 'scheiding van goederen'. Mijn moeder heeft 2 kinderen uit een voorgaand huwelijk. In 2000 voegden ze aan dit stelsel een gemeenschap beperkt tot één onroerend goed (de gezinswoning) toe. De gezinswoning was voordien reeds in bezit, in eigen naam, van mijn moeder, maar dus verre van afbetaald. Aan deze akte uit 2000 werden 2 hypotheekleningen gekoppeld ter waarde van ongeveer 150.000 euro Zo is immers bij de wijziging van het huwelijkscontract een beperkt gemeenschappelijk vermogen ontstaan.
Bovendien, betaalt mijn vader sinds 1998 (en dus voor het wijzigend huwelijkscontract van 2000) ook mee de hypotheek af (eveneens opgetekend bij de notaris in 1998) en heeft hij mee de vernieuwing van het dak van de gezinswoning gefinancierd (bewijs factuur ).
In de akte uit 2000 staat: “het gemeenschappelijk vermogen zal toebedeeld worden aan de langstlevende der echtgenoten, voor de helft in volle eigendom en de wederhelft in vruchtgebruik, de naakte eigendom toekomend aan de erfgenamen”.
Mijn vader betaalt tot 2025 nog steeds de helft van de hypotheekleningen af, zoals vastgesteld in 2000, vermits mijn moeder in 2017 overleden is.
Op 2 septemeber 2016 liet mijn moeder per testament optekenen dat ik en mijn zus het grootst beschikbaar deel van zijn nalatenschap toekomt, ieder voor de helft.
Mijn vraag:
1) Heeft mijn vader, de helft van het huis in volle eigendom en de helft in vruchtgebruik?
2) Hebben ik en mijn zus eveneens recht op het grootst beschikbare deel, ieder voor de helft, van mijn moeders nalatenschap?
3) Is mijn vader verplicht vruchtgebruik te betalen?