#14 , 28 aug 2018 19:29
U schrijft zelf:
"Van de verzekeraar zelf ontving ik volgend bericht :
"Als levensverzekeraar zijn wij verplicht zelf een fiscale lijst 201 naar de dienst ter registratie te sturen.
Wij hebben dit als volgt gedaan: "Gezien mevrouw VANSCHOENWINKEL overleden is op 02 mei 2018
komt het beschikbaar kapitaal toe aan haar nalatenschap, zijnde de heer BAERTS wonende te 3560 Lummen""
Dat maakt het toch duidelijk dat zij de begunstigde was van het contract. U kreeg het geld niet op basis van het contract ("uit hoofde van het contract"): het werd uitbetaald aan haar nalatenschap. Toevallig bent U dat ook.
Stel dat uw ouders 3 kinderen hadden (en dat U nog 2 jongere zusters had); en het contract was als volgt: 1) aan mijn echtgenoot 2) aan mijn zoon X 3) aan mijn kinderen, dan had de bank uitbetaald aan de nalatenschap, dat zijn de 3 kinderen, omdat nummer 1) uitwerking had. Natuurlijk kon uw moeder niet meer ontvangen of aanvaarden of verwerpen omdat ze kort na haar begunstiging overleden is. En dus moet haar nalatenschap dat doen.
Dat uw moeder dat geld niet meer op haar rekening heeft gekregen, betekent niet dat U dat niet moet aangeven. Ze zou het in handen gehad hebben indien ze nog zou geleefd hebben. Dat is wat de notaris schrijft in het ontwerp van de aangifte van haar nalatenschap. Stel dat uw moeder een loods verhuurde en dat de huurder elke maand op de 16de cash moet komen betalen. Uw moeder overlijdt op de 19de en de huurder was die maand te laat. Hij daagt de 23ste op. Aan wie moet hij betalen? Volgens het contract aan uw moeder. Maar ze kan geen kwijting meer geven. Dus moet hij betalen aan haar nalatenschap: aan U. U ontvangt en tekent de kwijting in haar naam. Moet dat aangegeven worden in haar nalatenschap? Uiteraard; het was een vordering.
Men heeft U ongetwijfeld gevraagd of U de uitkering van de LV wou (of niet). Dat was niet als "secundaire begunstigde", maar als vertegenwoordiger van de nalatenschap. Het is ook in die hoedanigheid dat U de aangifte van de nalatenschap zal ondertekenen.
Ik zie en vertel U een samenhangend verhaal: de verzekeraar en de notaris vertellen hetzelfde. Ik zie dan ook geen problemen. Enkel dat U 2 tegenstrijdige dingen schrijft (de tekst op de lijst 201 van de verzekeraar die U citeert is volledig anders dan wat U schrijft in "Volgens de bank betalen zij de levensverzekering dan niet uit aan haar nalatenschap, maar aan de 2de begunstigde in lijn.". De bank/verzekeraar zal het tweede maar antwoorden op de vraag "wat gebeurt er als mijn moeder al overleden is bij het overlijden van mijn vader (die het verzekerd hoofd was)?". En het eerste (de lijst 201) is het antwoord op de vraag "wat gebeurt er als mijn moeder een week na mijn vader overlijdt?".