Hallo,
Ik heb een vraag mbt de toepassing van art 915 van het burgerlijk wetboek.
“Art.915. De giften bij akten onder de levenden of bij testament MOGEN de helft van de goederen NIET overschrijden, indien de overledene, bij gebreke van kinderen, in de vaderlijke en in de moederlijke lijn een of meer bloedverwanten van de opgaande lijn achterlaat;
en drie vierden, indien hij slechts in één lijn bloedverwanten van de opgaande lijn achterlaat…”
Een overleden neef (die geen kinderen nalaat) heeft een testament opgesteld waarbij zijn moeder begunstigde is van de ganse nalatenschap (algemeen legaat).
Zijn moeder is op dat ogenblik het enige familielid dat nog in leven is.
Komt de toepassing van art 915 te vervallen omdat er een algemeen legaat is?
Of blijft het reservatair gedeelte van 1/4 waarvan sprake in art 915 bestaan?
Dank voor uw reactie.
Stephan DM