" Art. 908.BW: De in boek 1, titel XI, hoofdstuk II/1, bedoelde bewindvoerder en eenieder die een gerechtelijk mandaat uitoefent, kunnen geen schenking of legaat ontvangen van de beschermde persoon of de persoon ten aanzien van wie hij dit mandaat uitoefent."
Een bewindvoerder die geen bloedverwant is kan geen legaat ontvangen. Wat gebeurt er bij overlijden van de beschermde persoon wanneer een dergelijk bewindvoerder toch als erfgenaam is aangeduid bij testament met het gedeelte van de erfenis dat aan deze bewindvoerder was toegekend?