Na het overlijden van mijn vader, hebben mijn mama en mijn broer en ikzelf beslist om woning van de ouders te verkopen. Deze was veel te groot voor mama om daarin te wonen en de woning te onderhouden.
Er werd toen beslist om met de opbrengst van de woning een schenking te doen van een aanzienlijke som geld aan beide zonen. Bij de aangifte van de nalatenschap van vader hadden we immers de rekening kunnen maken wat de belasting voor beide zonen op de nalatenschap zou zijn bij het overlijden van mama. Ik heb met dat geld, spaarcenten en een bijkomende lening, een appartement gekocht en ingericht zodoende dat mijn mama daarin kan wonen.
De voorwaarde bij de schenking was dat we levenslang aan mama elk een maandelijkse rente betalen. Dit werd vastgelegd met de notariële akte voor de schenking. Met deze rente zou mama dan huurgeld aan mij kunnen betalen. Ik ben immers eigenaar van het appartement. Het verhuren van het appartement maakte deel uit van de deal want dit zou mij toelaten om gedurende de periode van de lening die ik heb aangegaan, met de huurgelden mijn lening terug te betalen, of ik het nu verhuur aan mijn mama of aan een vreemde dit maakt niet uit.
Nu betwist mijn broer het feit dat ik huurgelden vraag aan mama. Je vraagt geen huurgelden aan je ouders beweert hij. Hij beweert dat mijn zienswijze volledig verkeerd is. Ik heb hierover al met verschillende mensen gesproken en die vinden mijn zienswijze correct.
Mag ik van u vernemen of dit juist is of zie ik het verkeerd.