#2 , 10 jun 2017 11:58
Dit de leer van de 'commoriënten' (mensen die samen sterven). Als een gehuwd koppel op hetzelfde ogenblik overlijdt en men niet kan uitmaken wie er het eerst gestorven is, worden ze geacht op dezelfde seconde gestorven te zijn. Aangezien ze niet in leven zijn wanneer de ander overleden is, voldoen ze niet aan een van de voorwaarden om te kunnen erven, nl. in leven zijn op het moment van het overlijden van de erflater.
Bijgevolg erven ze niet van elkaar.
"Slagen de belanghebbenden er niet in daadwerkelijk de volgorde van overlijden van twee of meer
personen te bewijzen, worden die personen geacht gelijktijdig te zijn gestorven. De commoriënten kunnen
bijgevolg niet van elkaar erven. De respectieve nalatenschappen worden afgewikkeld zonder rekening te
houden met het bestaan van de andere commoriënten zodat de rechtsopvolgers enkel op de nalatenschap
van hun rechtsvoorganger aanspraak kunnen maken. Dit komt neer op de regel die in feite reeds door de
naoorlogse rechtspraak op grond van de artikelen 135-136 B.W. werd toegepast buiten het erfrecht."
(uit K. VANWINCKELEN, "Art. 721 BW" in Comm.Erf., Kluwer, losbl.)
De ene helft van de huwgemeenschap zal naar de familie van de vrouw gaan, de andere helft naar de familie van de man.
Het vermogen wordt niet terug samengesteld naar voor het huwelijk. Men kijkt naar de huwgemeenschap zoals die bestond bij het overlijden.