#5 , 16 mar 2017 12:59
Een 'erfenissprong' gebeurt eigenlijk niet een door testament. Je verwijst waarschijnlijk naar de wetswijziging van een paar jaar geleden waardoor kinderen de plaats kunnen vervullen van een verwerpende erfgenaam. Dat gebeurt in de hypothese dat er geen testament is en louter de wettelijke erfopvolging van toepassing is.
Met een testament kan hetzelfde bereikt worden. De kleinkinderen worden aangesteld in het testament als legataris en nadien verzaakt het kind aan zijn vordering tot inkorting.
Beide technieken zijn geen goede oplossingen voor jouw probleem:
- Stel: je maakt geen testament, waardoor je zoon in aanmerking komt om te erven. Hij verwerpt jouw erfenis zodat de kleinkinderen erven. De schuldeisers kunnen machtiging vragen zodat jouw zoon toch de nalatenschap aanvaardt (art. 788 BW), zoals wanton zegt.
- Stel: je maakt een testament waarbij je je kleinkinderen aanstelt als algemene legatarissen. Je zoon doet niets - verwerpt dus niet, maar aanvaardt ook niet - en blijft passief. Hij heeft een erfkeuze en de mogelijkheid tot inkorting (die 30 jaar duurt). Zonder actief optreden van je zoon kunnen zijn schuldeisers niet aan de nalatenschap. Welnu, zij kunnen via de zijdelingse vordering (art. 1166 BW) de vordering tot inkorting in naam van je zoon instellen.
- Stel: je maakt een testament waarbij je je kleinkinderen aanstelt als algemene legatarissen. Je zoon tekent snel een verzaking aan zijn vordering tot inkorting. Art. 788 BW en art. 1166 BW zijn niet langer bruikbaar. Maar aangezien dit normaal met bedrieglijke benadeling van de schuldeisers gebeurt, zullen de schuldeisers toch deze verzaking nietig kunnen laten verklaren door art. 1167 BW (de 'Pauliaanse vordering'). Zo heeft het Franse Hof van Cassatie al eens geoordeeld (Cass. fr. civ. 4 februari 1992).
Alleen als je kind zou sterven vóór jou of onwaardig zou zijn om te erven, zullen zijn schuldeisers niet aan je erfenis kunnen. Maar dat is natuurlijk geen menselijke oplossing...
Het beste dat je kan doen is een testament maken ten voordele van je kleinkinderen. Dan gaat je beschikbaar deel tenminste naar je kleinkinderen en zal alleen de reserve van je zoon in beslag genomen worden door zijn schuldeisers.