#6 , 26 jan 2017 23:58
Volgens mij is het niet correct dat jullie zouden moeten opdraaien voor de erfbelasting verschuldigd door jullie broer. Erfbelasting is een persoonlijke schuld van elke erfgenaam apart. Er wordt een aanslagbiljet gemaakt op naam van iedere erfgenaam met telkens een te betalen belasting die berekend is op het aandeel dat die erfgenaam ontvangt.
Er is wel een regeling waarbij jullie de erfbelasting moeten betalen van bepaalde anderen, maar dit betreft alleen legatarissen ten algemene titel en bijzondere legatarissen (art. 3.10.4.3.1. VCF). En weerom is dit alleen naar verhouding van elk erfdeel dat jullie ontvangen. Deze regeling is hier niet van toepassing omdat er geen testament is.
"De eigenlijke belastingschuldige (of de belastingplichtige) is diegene die de onmiddel-
lijke en rechtstreekse schuldenaar van de belasting is omdat het belastbaar feit zich in
zijn of haar hoofde heeft voltrokken. De aanslag wordt dan ook in de regel op zijn naam
gevestigd.
Men kan zich de vraag stellen of het belastbaar zich op het vlak van de erfbelasting ge-
beurlijk en gezamenlijk in hoofde van meerdere belastingplichtigen kan voltrekken. De
VCF geeft hierover in elk geval geen uitsluitsel. Artikel 2.7.2.0.1. bepaalt ter zake enkel
dat de belastingplichtige diegene is “die erfgenaam, legataris of begiftigde is”. Dit artikel
is – blijkens de memorie – weliswaar geïnspireerd op artikel 70, lid 1 W.Succ., op grond
waarvan de erfgenamen, legatarissen en begiftigden tegenover de Staat aansprakelijk zijn
voor de rechten van successie of van overgang bij overlijden en voor de intresten “ieder
voor het door hem verkregene”.
Op grond hiervan kan dan ook worden aangenomen dat van een gezamenlijke voltrekking
van het belastbaar feit geen sprake zal zijn, hetgeen meteen ook impliceert dat in hoofde
van elke individuele erfgenaam, legataris, of begiftigde een aparte aanslag zal moeten
worden gevestigd.
Dit standpunt wordt voorts ook bevestigd op basis van een a contrario-redenering op
basis van artikel 3.10.3.1.1., § 2, lid 3 VCF. Aldus wordt in deze bepaling geëxpliciteerd
dat de registratiebelasting, die wordt ingekohierd op naam van verschillende natuurlijke
personen of rechtspersonen, in de regel alleen ten laste van elk van hen worden ingevor-
derd voor het gedeelte dat verband houdt met hun aandeel in het goed dat het voorwerp
uitmaakt van de overeenkomst. Het kohier is uitvoerbaar tegen elk van hen in de mate
dat de aanslag ten laste van die natuurlijke of rechtspersonen kan worden ingevorderd op
grond van het gemeen recht of op grond van de bepalingen van deze codex. "
(Uit M. DELANOTE, "De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje. Een overzicht van de nieuwe fiscale prcedure", Rechtskroniek voor het notariaat, deel 26, 53-54).
De buitenlandse activa niet aangeven is risicovol. Als het uitkomt, krijgen jullie allemaal een boete wegens verzuim van aangifte. Je broer kan misschien het voorrecht van zijn schuldbemiddeling verliezen omdat hij bedrieglijk zijn onvermogen organiseert.