Zouden iemand van jullie mij volgende tekst kunnen uitleggen in gewoon simpel Nederlands?
Vooral de begrippen "eigen recht" en "niet tegenwerpelijk" in deze zinnen:
Rechtsverkrijgen onder algemene titel:
Dit beginsel lijdt echter uitzondering in de volgende gevallen:
-.....
-.....
-"Wanneer de rechtsverkrijger op een "EIGEN RECHT" kan bogen dat hem door de wet wordt toegekend en dat door de rechtsvoorganger werd geschonden.
Aldus is aan de medeëigenaren van een onroerend goed de vestiging van een erfdienstbaarheid door één van hen "NIET TEGENWERPELIJK" ofschoon zij diens rechtverkrijgenden onder algemene titel zijn geworden.
Artikel 577 bis&6. bw. kent hen het recht toe dergelijke handelingen te miskennen.
Bedankt op voorhand.