JuridischForum.be

Situatie:

• - Moeder overleden december 2014, geen testament, in 2009 gescheiden van eerste echtgenoot, levensverzekering afgesloten in 1991
  - Wettelijk samenwonende partner van moeder blijft achter (vruchtgebruik gezinswoning en bijhorende huisraad)
  - Zoon 1 eerste erfgenaam in rechte lijn (naakte eigenaar gezinswoning)
  - Zoon 2 verwerpt de erfenis

Vraagjes:

A - Kan zoon 2, die de erfenis heeft verworpen, nog steeds aanspraak maken op de tegoeden van de levensverzekering van overleden moeder?
B - Kan wettelijk samenwonende partner ook aanspraak maken over eerder vernoemde tegoeden van de levensverzekering van overleden partner?
C - Moet zoon 1 (en zoon 2, indien antwoord op vraag A positief) erfbelasting (successierechten) betalen op de tegoeden van de levensverzekering?

Alvast bedankt voor enige antwoorden.

Bij de polis staat waarschijnlijk genoteerd als begunstigde : de overlevende echtgenoot. Bij ontstentenis de afstammelingen.
Dit heeft tot gevolg dat beide zonen de verzekering verdelen, zelfs als ze de erfenis weigeren. Zij moeten hierop wel de voorziene successierechten betalen. De wettelijk samenwonende komt hier niet tussen. Die erft dus enkel het vruchtgebruik vande gezinswoning met de huisraad.

Zoon 2-verwerper moet inderdaad successierecht betalen op die LV. Hij moet echter géén aangifte indienen. Het zijn de erfgenamen die de LV moeten opnemen in hun aangifte, en vermelden dat zoon 2 ook begunstigde is.

‘Inzake levensverzekeringen,die een beding ten behoeve van derden impliceren,verkrijgt de derde-begunstigde,een eigen en rechtstreeks recht op de verzekeringsprestaties en kunnen de verzekeringnemer noch,in de regel,zijn erfgenamen,enig recht op die prestaties doen gelden‘[Cass. 16 januari 2006(M.V./G.K.C.),R.W.2008-09,868].

Hieruit volgt dat zoon 2 aanspraak kan maken op wat de levensverzekering hem toekent en dat de wettelijk samenwonende partner er slechts aanspraak kan op maken indien hij derde-begunstigde is.

“Art.2.7.1.0.6 § 1. De sommen, renten of waarden die kosteloos aan een persoon kunnen toekomen bij het overlijden van de erflater, ingevolge een contract dat een door de erflater of door een derde in het voordeel van die persoon gemaakt beding bevat, worden geacht als legaat te zijn verkregen door die persoon.”(13 december 2013 Vlaamse Codex Fiscaliteit).

“Art.188.In geval van overlijden van de verzekeringnemer is de verzekeringsprestatie, overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek, onderworpen aan de inkorting en, voor zover de verzekeringnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen, aan de inbreng.”(4 APRIL 2014. - Wet betreffende de verzekeringen)

“Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat, in geval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de reserve niet kan worden aangevoerd ten aanzien van het kapitaal.”(Grondwettelijk Hof 96/2008,26 juni 2008);DU MONGH,J.,Levensverzekering en erfrecht na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008,R.W.2008-09,1242-1254;

‘Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre die bepaling ertoe leidt dat, in geval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de inbreng niet kan worden aangevoerd ten aanzien van het kapitaal‘(Grondwettelijk Hof 147/2010,16 december 2010).