?Art.896.Erfstellingen over de hand zijn verboden.Iedere beschikking waarbij de begiftigde, de benoemde erfgenaam of de legataris ermee belast wordt het geschonkene te bewaren en aan een derde uit te keren, is nietig, zelfs ten aanzien van de begiftigde, de benoemde erfgenaam of de legataris.?(B.W.=Burgerlijk Wetboek).(Vgl.art1048 B.W.).
?Het legaat de residuo,dat in beginsel de eerste begunstigde niet toestaat bij testament over de goederen te beschikken, is geen verboden erfstelling over de hand, aangezien het niet insluit dat de goederen onvervreemdbaar zijn en de zodus opgelegde beschikkingsbeperking hieruit voortvloeit dat de erflater beschikt heeft over goederen die nog in het bezit zouden zijn van de eerste begunstigde op het ogenblik van diens overlijden?(Cass. 29 maart 1976,Arr.Cass. 1976,829-831,R.W.1970-71,1910).
?wanneer ??n van mijn kinderen overlijdt zonder afstammelingen en tot diens nalatenschap behoren bepaalde goederen , afkomstig van mijn erfenis, dan zijn deze goederen voorbehouden voor mijn andere kinderen...?(Wanthon).
Is een ?legaat de residuo? geldig zonder dat de erflater die goederen LEGATEERDE aan de eerste begunstigde? Zo ja,krachtens welke wet,rechtspraak,rechtsleer kan de erflater zijn erfgenaam opleggen de goederen die deze ERFT(zonder legaat) en nog bezit zijn bij diens overlijden door te geven aan een tweede ?begunstigde? ?
Indien een LEGAAT vereist zou zijn om die doorgeefverplichting op te leggen en de gelegateerde tevens reservatair erfgenaam is dan dreigt er een vordering tot inkorting.
?Wanneer een erflater in een legaat aan zijn echtgenote onroerende goederen vermaakt, beschikt dat deze, voor zover zij op de dag van haar overlijden nog zouden overblijven, het eigendom zullen zijn van andere personen, hij dit legaat uitdrukkelijk als fideicommis de residuo benoemt zonder enige beperking van het beschikkingsrecht van de eerste begunstigde en deze laatste de goederen heeft verkocht, kunnen de begunstigden in tweede orde, bij het overlijden van de echtgenote, geen aanspraak maken op de GELDELIJKE OPBRENGST van de verkoop van de goederen in toepassing van de leer van de zakelijke subrogatie bij gebrek aan duidelijk bewijs dat bepaalde geldsommen die deel uitmaken van de nalatenschap wel in concreto de verkoopprijs vormen. De leer van de zakelijke subrogatie dient, in deze materie zeer restrictief te worden toegepast en zou niet tot gevolg kunnen hebben in een zekere mate een doelvermogen in te richten die in stand zou moeten worden gehouden in strijd met artikel 896, B.W.?(Rb.Turnhout 16 juni 1992,Pas. 1992,II,88).
Bij verkoop van het gelegateerde goed tijdens het leven van de ex-echtgenote herstelt zich dus haar erfrecht op de geldelijke opbrengst van dat goed t.a.v. haar kinderloos kind.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.