#6 , 27 apr 2011 10:18
Ik ga ervan uit dat het huis behoorde tot het gemeenschappelijk vermogen van uw ouders,zodat dan gold : “Art.745bis.§ 1. Wanneer de overledene afstammelingen...achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.). De kinderen erven dan elk een gelijk deel van de blote eigendom van moeders helft.
‘Ik ga ervan uit’ betekent NIET dat dit ook zo is en vereist onderzoek.
Ik ga ervan uit (zie hierboven) ‘dat zijn toekomstige vrouw in het huis mag blijven wonen tot ze sterft’ een ‘recht van bewoning’ is wat inhoudt:
“Art.628.Het recht van gebruik en het recht van bewoning worden geregeld door de titel waarbij zij werden gevestigd en zijn, overeenkomstig de bepalingen daarvan, meer of minder uitgebreid.Art.629.Wanneer de titel geen aanwijzingen omtrent de omvang van die rechten bevat, worden zij als volgt geregeld...Art.634.Het recht van bewoning kan noch afgestaan noch verhuurd worden.”(B.W.).
ZOU echter ‘dat zijn toekomstige vrouw in het huis mag blijven wonen tot ze sterft’ een vruchtgebruik verlenen DAN geldt :
“Art.595.De vruchtgebruiker kan persoonlijk de vruchten genieten, hij kan verpachten, of zelfs zijn recht verkopen of afstaan om niet...Art.617.Vruchtgebruik eindigt : Door de dood van de vruchtgebruiker...”(B.W.).
Uw vader kan bovendien over zijn beschikbaar deel(art.913 B.W.) beschikken ten gunste van wie hij wil.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/