Pagina 1 van 1

Wat te doen met vruchtgebruik en art 815

Geplaatst: 06 feb 2010 00:03
door fenerus
Beste,

Mijn vader heeft samengewoond met een vrouw. Enkel op hetzelfde adres; niet via verklaring stadhuis. Ze hebben samen een huis gekocht. Vader overleden. akte met beding van aanwas voor vrouw. Mijn advocaat zegt dat ik en mijn minderjarige zus aanspraak kunnen maken op art 815 BW. en zo het deel van de erfenis van vader kunnen eisen via openbare verkoop. Klopt dit wat Mr Advocaat zegt?

Geplaatst: 06 feb 2010 08:33
door 3399AAaa
Is dat een "beding van aanwas van vruchtgebruik" of een "beding van aanwas van eigendom (volle of blote)"?

Geplaatst: 06 feb 2010 10:45
door scorpioen
Mijnheer de advocaat zal toch iets meer uitleg moeten geven. Volgens hem is er een onverdeeldheid. Welke? Heeft het beding van aanwas niet tot gevolg dat het aandeel van vader in de eigendom overgaat naar zijn vriendin?

scorpioen

Geplaatst: 06 feb 2010 10:50
door scorpioen
Als de vrouw het vruchtgebruik heeft en de kinderen de naakte eigendom is er geen onverdeeldheid. Art. 815 B.w. is dan niet van toepassing.

Tussen vruchtgebruiker en naakte eigenaar bestaat geen onverdeeldheid (Antwerpen 25 mei 1998, T. Not. 1999, 67; Brussel 15 maart 1976, Rec. gén. enr. not. 1977, 22.145; Casman, H., De omzetting van het vruchtgebruik, T.P.R., 1991, 806, nr. 8).

Terzijde: nogal wat advocaten weten dit niet. Een voorbeeld: een kind heeft schulden. Vader sterft. Moeder heeft vruchtgebruik van de gezinswoning. Kind een deel in naakte eigendom. Schuldeiser van kind wil woning later verkopen. Advocaat van moeder weet voor de rechtbank niet wat te zeggen om verkoop woning te beletten...

scorpioen

Geplaatst: 07 feb 2010 10:13
door j.demoor
Ik ga ervan uit dat vader kocht met EIGEN geld en dat het beding van aanwas minstens het eigendomsdeel van de eerststervende partner in het samen gekochte huis aan de langstlevende toekent in volle eigendom. Onderzoek dit echter zorgvuldig.

Ten aanzien van een huwelijkscontract geldt : “Art.1465.Ingeval er kinderen zijn die niet gemeenschappelijk zijn, blijft elk beding in het huwelijkscontract hetwelk ten gevolge heeft dat aan een der echtgenoten meer wordt gegeven dan het beschikbaar gedeelte, zonder gevolg ten aanzien van het meerdere...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Daar deze regeling niet van toepassing is op het kanscontract(=beding van aanwas) tussen feitelijk samenwonenden zou zulks het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel kunnen schenden,zodat het Grondwettelijk Hof hierover prejudicieel uitspraak kan doen.

“Art.913.De giften, hetzij bij akten onder de levenden, hetzij bij testament, mogen de helft van de goederen van de beschikker niet overschrijden, indien hij bij zijn overlijden slechts één kind achterlaat; een derde, indien hij twee kinderen achterlaat; een vierde, indien hij er drie of meer achterlaat....Art.920.Beschikkingen, hetzij onder de levenden, hetzij ter zake des doods, die het beschikbaar gedeelte overschrijden, kunnen na het openvallen van de erfenis tot dat gedeelte ingekort worden.”(B.W.).

Het kanscontract(=beding van aanwas) is geen gift en dus niet inkortbaar bij feitelijk samenwonenden,die van mekaar niets erven, tenzij bij testament.

Eens het recht op analoge toepassing van art.1465 B.W. zou vaststaan, en pas dan, kunnen de kinderen inkorting en toepassing vorderen van “Art.815.Niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven; en de verdeling kan te allen tijde worden gevorderd...”(B.W.).