Volgens mij gaat een beding van aanwas vOOR op alles, omdat het nu eenmal een kanscontract is.
Essentieel aan een kanscontract is de gelijkheid van kansen: als de ene nog een gemiddelde levensverwachting heeft van 20 jaar en de andere van 40, dan is er zeker geen gelijkheid (zoals U weet is de LV van vrouwen minstens 10 jaar hoger dan van mannen - zie tabellen NIS). Anderzijds moet het niet gaan om wiskundige gelijkheid (de rechter beslist zo nodig wat nog als gelijk aanvaard wordt).
Anderzijds vereist een BVA dat er aanwas moet kunnen zijn: het goed moet dus voor een deel toebehoren aan elk en kan niet in de gemeenschap zitten. Om het er uit te halen, zou men dus naar een ander huwelijksstelsel moeten overstappen en elk een half huis (of 40/60 of ...) als eigen goed moeten zien te krijgen. Niets zo gemakkelijk als goederen gemeenschappelijk maken... niets zo moeilijk om ze eigen te maken.
Ik zie het niet zitten.
Een vraagje :
A & B zijn gehuwd onder het stelsel van algehele gemeenschap met verblijvingsbeding ; A heeft kinderen uit een eerste relatie, B niet.
De gemeenschap bestaat vooral uit de gezinswoning, samen gebouwd.
A vreest dat zijn kinderen bij zijn vooroverlijden inkorting zullen vorderen op basis van hun wettelijke reserve zodat B dan geen volle eigendom van de gezinswoning zou hebben !.
De vraag is : is een beding van aanwas (eventueel met optie) een oplossing om dat te vermijden of is dat ook inkortbaar of herkwalificeerbaar als schenking ? (A is een stuk ouder dan B !)