Vruchtgebruik gezinswoning

[superjudge]

Broer en zus bezitten samen in onverdeeldheid 2 huizen. Beiden bewonen gratis elk 1 huis. Op moment overlijden zus is door haar gezin bewoonde huis al jaren de gezinswoning. De overlevende echtgenoot van zus heeft het levenslange vruchtgebruik van de gezinswoning. Dit geldt ten opzichte van de kinderen van zus en haar echtgenoot. Geldt dit VG van de gezinswoning ook ten opzichte van de broer van zus, die dus ook volle mede-eigenaar is?

[Thomas Morus]

Neen. Die blijft volle eigenaar van zijn aandeel.

[superjudge]

Dank thomas morus. Betekent dit dat broer de bescherming van de overlevende echtgenoot van zus kan "opheffen" door de woning b.v. te verkopen aan derden?

[Thomas Morus]

Neen! De andere helft blijft "beschermd". Hij kan wel een halve huishuur vragen.

[wanton]

Eigenaardige situatie. Broer en zus hebben elk twee keer een half huis in volle eigendom, want onverdeeldheid. Bij overlijden van de zus heeft haar echtgenoot enkel het vruchtgebruik van de helft van beide woningen. De blote eigendom is in principe telkens naar de kinderen gegaan. De echtgenoot kan dus niet zo maar alleen één van die huizen verkopen.
Waarom is al niet vroeger een onderlinge herverdeling gebeurd, zodat broer en zus beide volle eigenaar waren van een huis. Doe dat nu, want die knoop zal ongetwijfeld nog ingewikkelder worden. Kan met gesloten beurs.

[superjudge]

Dank wanton.
Het bezit van de 2 huizen betreft een onverdeelde nalatenschap van een oom, waarin broer en zus elk voor de helft gerechtigd zijn. Eigenlijk hebben ze dus niet elk 2 halve huizen, maar wel elk een halve nalatenschap. Broer wil nu beide huizen verkopen en meent dat de overlevende echtgenoot van zus in dit geval geen bescherming geniet qua gezinswoning. Is dat zo?

[Thomas Morus]

Zie mijn eerder antwoord.

[Franciscus]

Zuster heeft toch kinderen en die treden toch in plaats van hun moeder?

[superjudge]

dank franciscus.
zus heeft idd kinderen. hun vader is "beschermd tegen" deze/zijn kinderen door VG van het deel van zus van de gezinswoning.
mijn vraag is of hun vader door dit VG ook beschermd is tegen de broer van zus. de overlevende echtgenoot van zus heeft immers geen VG van het deel van broer van de gezinswoning.
kan broer (in tegenstelling tot de kinderen van zus) die gezinswoning wel verkopen?
speelt het een rol dat (gezien voornoemde onverdeelde nalatenschap van oom) men vandaag (zonder verdeling van die nalatenschap) nog niet weet of de kwestieuze (gezins)woning hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, hetzij helemaal niet in de kavel van zus zal vallen?

[scorpioen]

Mijn bedenkingen.
Er zijn twee nalatenschappen. Die van de oom en die van zus.
Eerst moet de nalatenschap van de oom vereffend en verdeeld worden. Broer heeft hierbij recht op zijn deel alsof zijn zus nog zou leven. Er is dus geen sprake van vruchtgebruik. De verdeling geschiedt alsof zus nog zou leven (maar haar erfgenamen treden namens haar op, die erfgenamen hebben gewoon dezelfde rechten - niet meer, niet minder - dan degene die zus had).
Na deze verdeling heeft de overlevende echtgenoot van zus het vruchtgebruik op wat op die manier aan de erfgenamen van zus is toebedeeld.
De overlevende echtgenoot kan dus het vruchtgebruik op de gezinswoning niet tegenwerpen aan broer.
De overlevende echtgenoot zal dit vruchtgebruik kunnen tegenwerpen aan zijn kinderen in de mate dat de gezinswoning bij de vereffening en verdeling van de nalatenschap van zus aan de erfgenamen van zus werd toebedeeld.

[superjudge]

Dank scorpioen en inazuma.
Aan inazuma: als scorpioen juist is, is jouw citaat van thomas morus niet correct.
Aan thomas morus: bent u het eens met scorpioen?

[Thomas Morus]

Mijn antwoord betreft het geval dat er niet uit onverdeeldheid wordt getreden. Geen twee zaken vermengen....
Aangezien er sprake is van een deels vruchtgebruik van een gezinswoning na overlijden zus kan dat niet zonder toestemming van de vruchtgebruiker.

"Eerst moet de nalatenschap van de oom vereffend en verdeeld worden. "
Dat had afgedwongen kunnen worden in tempore non suspecto, onmiddellijk na het erven ervan. Maar broer en zus hebben destijds blijkbaar beslist om niet te verdelen, wat perfect mogelijk is en veelvuldig voorkomt.
Door de woningen zelf te gaan bewonen hebben ze zich wel blootgesteld aan de kluisters van vruchtgebruik achteraf bij eerste overlijden.

[superjudge]

[superjudge]

VV nalatenschap van oom is noodzakelijk.
Erfgenamen van zus verkiezen: elk zijn huis.
Broer wil beide huizen verkopen en dan elk de helft vd opbrengst.
Volgens scorpioen kan datgene wat broer wil.
Volgens thomas morus is broer vastgekluisterd aan VG gezinswoning van echtgenoot v zus en kan een verkoop niet zonder toestemming v echtgenoot v zus.
Als ik het goed begrijp?

[Thomas Morus]

Er is een samenloop van
-erfrecht
-vruchtgebruik gezinswoning (wetgeving bescherming gezinswoning)
-huurwetgeving.

Een eenvoudig voorbeeld:
Janneke en Mieke zijn gehuwd.
Ze wonen al x jaren in een huis dat voor de helft van Janneke is en voor de andere helft van zijn broer Jefke.
Janneke overlijdt en Mieke verkrijgt het vruchtgebruik van de nalatenschap van Janneke, waaronder dat van zijn helft van het huis dat hun gezinswoning is.
Dat vruchtgebruik kan enkel worden opgeheven mits akkoord van Mieke (wegens statuut gezinswoning).
Daarom zal het zeer moeilijk zijn om een koper te vinden voor dat huis. Als Mieke daar wil blijven wonen is het huis zo goed als onverkoopbaar.
Omdat Mieke maar een vruchtgebruik heeft van 50 percent kan Jefke de helft van een normale huur eisen van Mieke.

"Broer wil beide huizen verkopen en dan elk de helft vd opbrengst."
Gaat enkel mits akkoord van Mieke. Zij kan niet gedwongen worden om afstand te doen van haar vruchtgebruik van de gezinswoning.