Kunt u even meedenken over de volgende situatie?
In 1974 overlijdt een getrouwde moeder met twee zeer jonge kinderen (8 en 10).
Er was een gezinswoning, gebouwd door het gemeenschappelijk vermogen ongeveer bij de geboorte van die kinderen.
Door het huwelijkscontract en het erfrecht van toen erfde elk van de 2 kinderen 2/8ste in volle eigendom en 1/8ste in blote eigendom (het vruchtgebruik zat bij de man/vader). Het huis viel voor de helft in de nalatenschap; elk kind bezat dus 1/8ste volle eigendom + 1/16de blote eigendom uitgedrukt ten opzichte van het volledige huis (dat is iets totaal anders dan wat we "nu" gewoon zijn).
Zolang de kinderen minderjarig waren had de vader het zogenaamde vruchtgenot van de goederen van de kinderen. Over die periode spreken we dus niet.
Eens meerderjarig hebben ze er nog enkele jaren gewoond; om vrij snel te gaan samenwonen en trouwen. Laten we zeggen 1990.
Vader bleef met zijn tweede echtgenote in dat huis wonen, dat dus 1/4de volle eigendom van zijn kinderen was. Eigenlijk had hij die kinderen daarvoor moeten vergoeden. De kinderen hebben zelf nooit iets gevraagd aan hun vader daarvoor. Dat heeft zo 20 jaar lang geduurd voor de zoon (gestorven in 2010, ongehuwd zonder kinderen) en 23 jaar voor de dochter, want de vader stierf zelf in 2013. Vader verwierp de erfenis van zijn zoon: behalve het aandeel in dat huis zat de zoon volledig aan de grond. Er waren alleen maar schulden, die vader eigenlijk allemaal betaald had om de goede naam van de familie in het dorp niet te beschamen (onverschuldigde betalingen dus; met schenkingen gelijk te stellen denk ik nu de zoon overleden is zonder iets te betalen). De dochter heeft de erfenis van haar broer wel aanvaard; zij moest dus die schulden betalen aan haar vader (toch het deel waarvan er nog bewijzen zijn, stel 20.000). Dat is nog niet gebeurd. Na het overlijden van vader ontstaan betwistingen tussen de tweede echtgenote en de dochter. De tweede echtgenote eist betaling van die schulden (wat - terloops - een speciaal effect heeft, want als de dochter 100 betaalt aan de nalatenschap van haar vader erft ze daar 45 van "terug").
Maar wat met die nooit besproken vergoeding? Stel dat het huis verhuurd kon worden voor 1.000 euro per maand. Wat netto misschien 600 kan zijn. Eén vierde daarvan is 150 per maand; 1.800 per jaar; 36.000 voor 20 jaar. Het wringt me dus ergens dat de dochter voor de zoon 20.000 zou moeten betalen, terwijl de vader voor méér eigenlijk verrijkt is zonder oorzaak (wellicht niet de juiste benaming, maar zo lijkt het wel). (NB dochter heeft persoonlijk ook iets van een 40.000 mislopen op die manier)
Hoe moet dat benoemd worden? Is dat verjaard? Gedeeltelijk? Zijn dat vorderingen? Speelt de familiale band daar een rol in? Kan dat ingeroepen worden tegen de tweede echtgenote?
Zijn dat misschien schenkingen van de kinderen aan vader geweest? De enen zijn bewust verarmd; de andere is verrijkt. Kinderen en vader hebben daar nooit woorden aan vuil gemaakt.
Dank voor uw ideeën hierover.