Verdachte transactie en eventuele terugbetaling

[Saf]

Geachte,

Een moeder van vier gehuwde kinderen erft een bouwterrein met een huisje.
Op 5 Nov. 2004 worden via een notariële akte van “SCHENKING” haar vier kinderen A, B, C en D de nieuwe eigenaars, uiteraard elk voor ¼ van de totale waarde.
Op hetzelfde ogenblik wordt via een tweede notariële akte van “DELING” het betreffende bouwterrein toegewezen aan het kind A, dat “ALLEEN EIGENAAR” wordt van het terrein met huis. Persoon A dient dus ¼ van de totale waarde te betalen aan B, C en D.
A is op dat ogenblik gehuwd met de vrouw X, onder het wettelijk stelsel der gemeenschap bij gebreke aan een huwelijkscontract.
Voor de aankoop van het terrein en de verbouwing van het huis sluiten A en mevrouw X GEMEENSCHAPPELIJKE LENINGEN af bij de bank.
Mevrouw X werd onvoldoende of helemaal NIET ingelicht over het “alleen eigenaarschap” van haar echtgenoot A. Deze gebruikte een groot gedeelte van het bedrag van de GEMEENSCHAPPELIJKE LENING om B, C en D te betalen. (zie de akte van “deling” hoger).
Mevrouw X was duidelijk niet op de hoogte dat door deze betaling haar echtgenoot (A) zichzelf verrijkte (Hij was immers “alleen eigenaar” van het pand ).Ze was overtuigd dat ze SAMEN het terrein aangekocht hadden en SAMEN eigenaar werden. Ze heeft toen dus geen bezwaar gemaakt over deze transactie!
Men kan dus besluiten dat de echtgenoot A ,noch min noch meer, een bedrieglijke daad stelde.
B, C en D kregen geld op hun rekening, waaraan er schijnbaar wettelijk iets NIET in orde is.

Tijdens de verbouwing van het huis geraakten A en X in financiële problemen en werd een schuldenberg gecreëerd voor ongeveer het bedrag dat, schijnbaar ten onrechte, aan B, C en D
uitbetaald werd. De kennissen en familieleden die mevrouw X met voorschotten uit de penarie hielpen voelen zie nu ook bedrogen. Zij waren immers ook niet op de hoogte van de zelfverrijking van A.

Mijn vraag is nu: Kan mevrouw X eisen dat de bedragen die aan B, C en D betaald werden moeten teruggestort wordt in de “pot” van de gemeenschappelijke lening? Bestaat hier een wettelijke basis voor? Zo ja dewelke?
Bij voorbaat dank voor een opheldering
mvg
Saf

[j.demoor]

“Art.1399.Eigen zijn de goederen en schuldvorderingen die aan elk van beide echtgenoten toebehoren op de dag van het huwelijk en die welke ieder van hen tijdens het stelsel verkrijgt door schenking, erfenis of testament...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Het 1/4 dat moeder aan A schonk behoort dus tot zijn eigen vermogen.

De overige 3/4 KOOPT A van de overige kinderen zodat daarvoor geldt : “Art.1405.Gemeenschappelijk zijn :1. de inkomsten uit de beroepsbezigheden van elk der echtgenoten...4. alle goederen waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling.”(B.W.).

1/4 van het ‘bouwterrein met een huisje’ behoort dus tot het eigen vermogen van A en 3/4 ervan behoort tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap van A en zijn echtgenote. Onderzoek dus nogmaals zorgvuldig de koopakte(=‘deling’).