Mijn moeder had reeds een kind.
Samen hebben ze nog 4 kinderen gekregen.
De gezondheid van mijn vader gaat achteruit. Fysiek takelt hij af en is er ook een vermoeden van dementie.
Ze wonen samen in het huis dat reeds eigendom was van mijn vader. Ze zijn getrouwd met huwelijkscontract.
Mijn vader wordt weldra een tijdje opgenomen om onderzoeken te kunnen doen naar de oorzaak van zijn achteruitgang. Maar met de symptomen is dementie zeker een mogelijkheid.
Concreet probeer ik nu uit te vinden wat er gaat gebeuren als mijn vader komt te overlijden.
Mijn betrachting is om ervoor te zorgen dat mijn moeder niks tekort komt. Ik heb echter een sibling die op het gebied van financiën er niet veel van bakt en vrees dat die zijn/haar deel zal komen opeisen.
Daarom heb ik even met mijn ouders rond te tafel gezeten en het huwelijkscontract doorgenomen. Ik zou wat meer info willen over de volgende paragraaf :
Artikel 6 : Met toepassing van de artikels 1461 en volgende van het Burgelijk Wetboek komen de aanstaande echtgenoten overeen dat bij ontbinding van het gemeenschappelijk vermogen door overlijden, dit vermogen zal verblijven en verdeeld worden als volgt :
a) indien er geen afstammelingen zijn die tot de nalatenschap van de overleden echtgenoot komen, zal het gehele gemeenschappelijk vermogen verblijven aan de langstlevende echtgenoot.
b) indien er wel afstammelingen zijn die tot de nalatenschap van de overleden echtgenoot komen, zal de langstlevende echtgenoot de helft van het gemeenschappelijk vermogen verkrijgen in volle eigendom en de wederhelft in vruchtgebruik.
De langstlevende echtgenoot wordt ontslagen van de verplichtingen tot borgstelling en en de belegging voor het vruchtgebruik dat hij krachtens dit beding verkrijgt.
==> Als iemand dit in gewone mensentaal zou kunnen uitleggen, graag
Dan de volgende paragraaf :
Artikel 7 :Ten aanzien van het huwelijk en voor geval van ontbinding ervan door overlijden van één hunner, niet van lijf en goederen gescheiden, verklaren de aanstaande echtgenoten bovendien wederzijds schenking te doen, de eerststervende aan de langstlevende hunner van de volle eigendom der roerende en onroerende goederen, die de nalatschap van de eerststervende zullen uitmaken, te rekenen vanaf de overlijdensdag
==> Als iemand dit eveneens kan uitleggen, graag.
Er is dus geld, en er is een huis. Idealiter zou zijn dat minstens het huis naar mijn moeder gaat, dan kan ze op latere leeftijd nog beslissen om mogelijks te verkopen (ze is 11 jaar jonger dan mijn vader), en kleiner te gaan wonen, zonder dat de kinderen hierin inspraak hebben.
Ik had dit graag allemaal op papier zien staan om te vermijden dat één sibling zijn/haar moeder op straat zal zetten. En je weet wat er gebeurt, als één iemand weigert mee te werken, dan zorgt dit voor een kettingreactie.
Maar ik vermoed dat het te laat is voor mijn vader om dit te doen gezien zijn capaciteiten serieus zijn verminderd.
Als er iemand nog tips zou hebben wat te doen als een ouder mentaal achteruit gaat, graag.