Gemakshalve maken de notarissen-vereffenaars voortaan blijkbaar meestal de boedelinventaris van een nalatenschap op aan de hand van SCHRIFTELIJKE verklaringen van alle gekende erfgenamen.
Mogen de familieleden die zich benadeeld voelen, aan de boedelnotaris (= notaris-vereffenaar) - al dan niet vóór de eedaflegging - nog vorderen dat aan de tegenpartijen effectief gerichte vragen zouden worden gesteld, bijvoorbeeld onder andere in verband met:
1. het bestaan en het gebruik van bankvolmachten of zorgvolmachten;
2. geldafhalingen en overboekingen naar eigen rekening van de volmachthouders ?
Hoe gaat dit in de praktijk in zijn gang wanneer er een vermoeden van verduisteringen bestaat ?
Wat bij valse verklaringen ?