In alle gevallen waar de schenking kan worden aangetoond kunnen erfgenamen eisen dat ze terug ingebracht worden als ze groter zijn dan het beschikbare gedeelte.
Hoe moet ik dit interpretteren, Roharro?
Ik geef je een " fictief voorbeeld":
De nalatenschap bedraagt, na aftrek van de schulden 240 000 €.
Er zijn 3 reservataire erfgenamen, waarvan 2 erfgenamen slechts 20 000 € ontvangen en de 3de erfgenaam 200 000 €. Twee erfgenamen moeten dus de inkorting vragen. Aangezien de bevoordeelde begunstigde deze nalatenschap niet in der minne wil regelen, wordt inkorting gevraagd via de Rechtbank. Om het simpel te houden: de 2 benadeelde erfgenamen hebben nog recht op 40 000 €. Uiteindelijk zullen die twee dan recht hebben op 60.000 €. op Tot zo ver.
Uit een bankonderzoek kunnen de twee benadeelde erfgenamen bewijzen dat de bevoordeeelde erfgenaam, die 200 000 € uit de nalatenschap verkreeg, tijdens het leven nog eens bv. 80 000 000 € ontving via overschrijvingen, bankgiften (én cash geld.), giften die de andere erfgenamen nooit hebben ontvangen van de erflater.
We maken de situatie nog iets moeilijker. De 3 erfgenamen hebben van de l
angstlevende ouder nog elk bankgiften ontvangen ter waarde van 15.000 €.
Welke bedragen moeten nu ingebracht worden om de fictieve massa te vormen?
En wat versta je onder het beschikbare deel?