#4 , 14 jun 2009 21:25
SM erft een 1/2 huis en koopt de andere 1/2 van haar broer.
Daardoor (omdat ze al de 1/2 had) is dat een volledig eigen goed van SM.
Als SV gestorven is, kwam dat dus absoluut niet in zijn erfenis ter sprake.
Maar bij het eerste overlijden binnen een gehuwd koppel moeten alle onderlinge schulden geregeld worden:
* indien getrouwd met scheiding van goederen: alle schulden heen en weer tussen de echtgenoten
* indien getrouwd met een gemeenschapsstelsel: idem + alle schulden die elke echtgenoot heeft van en aan de gemeenschap (die laatste soort noemt men vergoedingsrekeningen; de andere soort zijn gewone schuldvorderingen).
Als men dat niet doet, kan men de gemeenschap niet deftig verdelen en kan men ook de omvang van de erfenis niet bepalen.
Bijvoorbeeld: SM bekomt wel dat 1/2 huis extra in haar eigen vermogen, maar de lening wordt betaald door de gemeenschap. Dat is wettelijk, maar bij het verdelen van de gemeenschap moet die gemeenschap "zeggen": "SM, betaal mij eerst eens die lening terug; ik bedoel, toch voor de helft want hetgeen daarmee gekocht is, is niet in de gemeenschap beland".
Telkens als er kinderen zijn, laat de fiscus die vergoedingsrekeningen verplicht (wet) achterwege: te veel moeite (want men moet de ganse duur van het huwelijk nagaan = soms 50 jaar...) en uiteindelijk komt de erfenis toch bij die kinderen. Daardoor zijn de cijfers van een erfenisaangifte niet noodzakelijk dezelfde als die van een burgerlijke verdeling.
Maar burgerrechtelijk MOET men die vergoedingen maken. Er moet dan meestal niet echt met geld geschoven worden: normaal kan men "compenseren" en in mindering brengen enz.
Als deze vergoedingen niet gebeurd zijn, dan is SM "rijk" geworden op de kap van de gemeenschap. In de meeste gevallen zal de 1/2 van de gemeenschap wel van haar geworden zijn (zie huwelijkscontract), dus verrijkte ze zich met de 1/2 van die lening (interesten inbegrepen).
Ze mag dat huis helemaal alleen verkopen (het was een eigen goed), maar blijkbaar moet er nog "terugbetaald" worden. De kinderen hebben dus hoogstens recht op geld; niet op een deel van het huis.