Vader en moeder verkopen hun woning aan een van hun twee kinderen: nl. hun jongste zoon.
Op zich is dat niet erg, ware het niet dat het huis verkocht wordt voor slechts de helft van de prijs van de werkelijke waarde. Dit wordt zo gedaan om de jongste zoon te bevoordelen.
Uiteraard willen de ouders niet dakloos worden en lieten ze in de koopakte een clausule opnemen die ertoe strekt dat zij het vruchtgebruik van de woning genieten tot ze beiden overleden zijn, zodat de woning dan "rechtmatig" overgaat naar de jongste zoon.
Kort samengevat had ik jullie graag volgende probleemstelling voorgelegd: de ouders willen de jongste zoon begunstigen door hem - na het overlijden weliswaar - de ganse woning te geven terwijl de jongste zoon slechts een zacht prijsje betaalt. Op die manier wordt het legitieme erfrecht (met de daarbijhorende successierechten) omzeild. Ik hoef jullie er niet bij te vertellen dat de oudste zoon hierdoor tweemaal benadeeld wordt. Bij het openvallen van de erfenis kan hij enerzijds geen aanspraak meer maken op de woning - vermits deze reeds tijdens het leven van de ouders verkocht werd aan de jongste zoon - en anderszijds kan hij niet genieten van het bedrag van het verkochte huis - gezien dit slechts de helft is van de werkelijke waarde en rekening houdende met de inflatie op het punt van overlijden van beide ouders - en omdat de ouders het bedrag van de verkoop van het huis reeds naar believen kunnen opsouperen.
Wat kan hier tegen gedaan worden? Zijn er wettelijke grondslagen voor eventuele oplossingen?
Dank bij voorbaat.