#5 , 30 dec 2008 20:48
Ik verwijs toch even naar de fictiebepaling van art. 7 van het Wetboek Successierechten :
Artikel 7
De goederen, waarover, naar het door het bestuur geleverd bewijs, de afgestorvene kosteloos beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, indien de bevoordeling niet onderworpen werd aan het registratierecht gevestigd voor de schenkingen, behoudens verhaal van de erfgenamen of legatarissen op de begiftigde voor de wegens die goederen gekweten successierechten.
Hierbij moet je verstaan dat die 75000 € wel degelijk verondersteld wordt aanwezig te zijn in de nalatenschap , en dat er door de (wettige) erfgenamen de vereiste successierechten zullen moeten betaald worden , zelfs indien ze er niets hebben van ontvangen.
Men kan dit tegengaan in volgende gevallen :
- deze som is onder een ander vorm aanwezig , vb. banktegoed of effecten
- er zijn geregistreerde schenkingen gebeurd , dwz. er zijn schenkingsrechten betaald
- er zijn verantwoorde kosten mee betaald , vb. rusthuiskosten , wat moet bewezen worden met de facturen.
Indien dit niet kan , zullen er successierechten moeten betaald worden, zelfs als tante de gelden ter goeder trouw heeft afgehaald.
Blijft natuurlijk het probleem dat die tante het geld zou achtergehouden hebben. Bankonderzoek (cfr. Creatief) dringt zich dan op. Een bankvolmacht is geen afdoende reden om alles ten eigen voordeel af te handelen . In zo'n geval is er misbruik van vertrouwen en poging tot fraude.
Een inbreng van die som in de totaliteit en eventueel inkorting tgv. neef/nicht is mogelijk , zodat die hun rechtmatig deel bekomen.
Ik heb gisteren gezien , ik ken morgen!
Toet-anch-Amon