#8 , 21 aug 2016 21:14
Ik sprak over het "gemeenschappelijk vermogen", wat er niet is bij een stelsel van scheiding van goederen.
Ik kan het natuurlijk verkeerd begrijpen, maar Ik lees in een arrest van het Hof van Beroep Antwerpen (5/10/2004):
"Overwegende dat er voor de stelsels van scheiding van goederen inzake de kwalificatie als huwelijksvoordeel geen uitdrukkelijk wettelijke bepalingen zijn, hetgeen echter niet betekent dat er enkel sprake zou zijn van huwelijksvoordelen bij een stelsel van gemeenschap van goederen.
Dat er, inderdaad, sprake is van een huwelijksvoordeel, ongeacht het huwelijksvermogensstelsel, telkens een echtgenoot een voordeel bekomt uit de werking, samenstelling of verdeling van het huwelijksvermogensstelsel, waarbij deze echtgenoot huwelijkse aanwinsten verkrijgt, ook al zijn dit alle aanwinsten (uitz 'plafond' art 1465 B.W.) of ook al vallen deze aanwinsten niet in een gemeenschappelijk vermogen.
Dat er immers geen enkele reden is te eisen dat de aanwinsten eerst in een gemeenschap zouden moeten gebracht worden om ze dan bij helften te verdelen of onder bezwarende titel bij wijze van huwelijksvoordeel toe te delen aan de LLE.
Dat derhalve ook in een stelsel van scheiding van goederen een huwelijksvoordeel voorligt telkens een beding ertoe leidt dat de LLE de helft dan wel alle aanwinsten (behoudens bij kinderen uit een ander bed) verkrijgt. (Met verwijzing naar prof. Casman).
Dat de aanwinsten alle goederen zijn tijdens het huwelijk verworven onder bezwarende titel, waarvan niet wordt bewezen dat zij een belegging of wederbelegging uitmaken van tegenwoordige of toekomstige goederen. ...
Gezien een verblijvingsbeding als huwelijksvoordeel nu wel mogelijk is bij scheiding van goederen interpreteerden wij dat dit "het grootst beschikbaar deel" zou zijn dat aan de LLE zou kunnen toebedeeld worden volgens de geldende wetgeving op datum van overlijden van de eerststervende, zijnde een beding in het huwelijkscontract ... ??