#6 , 09 mei 2016 13:45
waarborg is misschien niet de juiste bewoording...
Art. 600. De vruchtgebruiker neemt de zaken in de staat waarin zij zich bevinden; hij kan echter in het genot daarvan niet treden dan nadat hij, in tegenwoordigheid van de eigenaar of deze behoorlijk opgeroepen zijnde, een boedelbeschrijving van de roerende goederen en een staat van de onroerende goederen die aan het vruchtgebruik onderworpen zijn, heeft doen opmaken.
Art. 601. Hij stelt borg om als een goed huisvader te genieten, tenzij hij van borgstelling is ontslagen door de akte waarbij het vruchtgebruik is gevestigd; ouders die het wettelijk vruchtgebruik hebben van het goed van hun kinderen, en zij die onder voorbehoud van vruchtgebruik hebben verkocht of geschonken, zijn evenwel niet tot borgstelling gehouden.
in afwachting van opeising heeft blote eigenaar dan toch toegang tot het onroerend goed en kan het onderhouden. het kan toch niet zijn dat bvb degene die vruchtgebruik erft jaren (na 30j niet opeising eindigt vruchtgebruik) zou wachten alvorens opeising te doen, het goed laten onderkomen en de blote eigenaar voor een voldongen feit te zetten.