Na het overlijden van mijn vader ben ik bezig met de aangifte van de nalatenschap.
Mijn vader was de laatste 2 jaren van zijn leven gedomicilieerd in een woon-en zorgcentrum, tevens zijn fiscale woonplaats.
Huwelijkscontract (stelsel van gemeenschap van goederen) was "langst levende heeft alles"
Voor de laatste gezinswoning wordt vrijstelling gevraagd (art. 48 § 2, derde lid Vl. W. Succ)
Ik neem de waarde wel op in het hoofdstuk II, Actief, Onroerende goederen.
Maar moet ik de waarde eveneens opnemen in het TOTAAL onder "Actief van het gemeenschappelijk vermogen", of mag ik reeds uitgaan van de toekenning van de vrijstelling ?
Met dank voor enige toelichting.