Mijn vader (90) woont sinds een jaar in een WZC, is daar sinds kort ook gedomicilieerd en wil nu de leegstaande gezinswoning verkopen.
Zijn zes kinderen (blote eigenaars) zijn het niet eens over de te volgen procedure
- verkopen aan een van de kleinkinderen die max. 94,4% van de geschatte waarde (notaris) kunnen betalen
- of uit de hand verkopen aan de meest biedende.
De meerderheid is akkoord met het bod omdat het huis dan in de familie blijft (ook de wens van ons vader) maar niet iedereen deelt die mening.
Ik heb 2 vragen.
- Heeft iemand advies om tot een minnelijke schikking te komen? Met welke argumenten kan je iemand overreden om dat bod toch te aanvaarden?
- Kan je iemand verbieden om te proberen een betere prijs te bedingen? Ik vond wel de wettelijk regeling indien er geen overeenstemming is over de verdeling (art. 745) maar geldt dat ook voor een bod dat je al dan niet aanvaardt? Moet dat dan sowieso via de rechtbank? Dat kunnen we ons vader zeker niet meer aandoen.