#3 , 05 mei 2011 10:59
De termijn van twee jaar uit art.1649quater,§1 Burgerlijk Wetboek(B.W.) is verstreken.
“Art.1649quater...§5.De bepalingen van dit hoofdstuk met betrekking tot de vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak zijn van toepassing na het verstrijken van de termijn van twee jaar bedoeld in §1.“(B.W.).
“Art.1641.De verkoper is gehouden tot vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak, die deze ongeschikt maken tot het gebruik waartoe men ze bestemt, of die dit gebruik zodanig verminderen dat de koper, indien hij de gebreken gekend had, de zaak niet of slechts voor een mindere prijs zou hebben gekocht.”(B.W.).
‘Gebreken zijn ook verborgen in de zin van art.1641 als ze alleen zichtbaar worden na levering en bij de bewerking van de goederen door de koper‘[Cass. 6 december 2001(J.V. t. T.B.),R.W.2003-04,262].
‘De uiteindelijke koper van een gebrekkige zaak kan zijn vordering tot vrijwaring niet alleen richten tot zijn eigen verkoper,maar ook rechtstreeks tegen eerdere verkopers en de fabrikant. De vrijwaringsvordering voor verborgen gebreken,wordt beschouwd als een toebehoren van de zaak(art.1615 B.W.) dat telkens mee wordt overgedragen op de verdere kopers‘(Kh.Gent 5 september 1991,T.G.R. 1991,161,HERBOTS,J., Kwalitatieve rechten:een speciale soort accesoria,T.R.D. 1992-02,141).
‘De fabrikant-verkoper of gespecialiseerde verkoper is gehouden de zaak te leveren zonder gebreken en moet daartoe alle nodige maatregelen nemen om mogelijke gebreken op te sporen. Indien het bestaan van een gebrek wordt aangetoond is hij gehouden tot schadevergoeding van de koper tenzij hij het bewijs levert van de absoluut onnaspeurbare aard van het gebrek‘(Cass. 15 juni 1989,Bull.Cass. 1989,1117,noot).
‘De verkoper die handel drijft in zaken van soortgelijke aard als die welke hij verkocht heeft,wordt geacht de gebreken van de zaak ten tijde van de verkoop gekend te hebben al was hij feitelijk dan nog onwetend hetzij vrijwillig,hetzij uit nalatigheid tenzij hij betwist dat,ondanks al zijn voorzorgen,hij die niet had kunnen kennen‘(Cass. 13 november 1959,Pas. 1960,I,313.
‘De korte termijn waarbinnen een rechtsvordering op grond van een koopvernietigend gebrek moet worden ingesteld,begint te lopen vanaf de ontdekking van het gebrek. Deze termijn wordt vrij door de feitenrechter beoordeeld,rekening houdende met alle omstandigheden van de zaak,met name de aard van het verkochte goed,de gebruiken,de hoedanigheid van partijen en de door hen verrichte buitengerechtelijke en gerechtelijke handelingen’[Kh.Hasselt 16 april 1999(I. t. S.P.),R.W. 2002-03,465-466].
U zal wel moeten bewijzen dat het gebrek, minstens virtueel, bestond bij de LEVERING van uw voertuig.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/