“Art.446ter.De advocaten begroten hun ereloon met de
bescheidenheid die van hun functie moet worden verwacht...”(Ger.W.=Gerechtelijk Wetboek).
‘Op de advocaat rust de contractuele
verplichting om zijn cliënt
in te lichten over de te verwachten erelonen en kosten naargelang de evolutie van de zaak.De cliënt kan onder omstandigheden een beroep doen op de vertrouwensleer om een vermindering van het ereloon na te streven.’(Antwerpen 30 maart 1998,R.W. 1998-99,369,met verwijzing naar Wet 03 april 1997 betreffende de oneerlijke bedingen in overeenkomsten gesloten tussen titularissen van vrije beroepen en hun cliënten).
Uit wat u meedeelt lijkt die verplichting kennelijk niet nageleefd.
‘De vaststelling van het honorarium is een bij de wet ingestelde vorm van
partijbeslissing,dit is de beslissing van een partij aan wie de bevoegdheid is verleend om de inhoud van de rechten en plichten van de andere partij te bepalen of te wijzigen.De rechterlijke toetsing van een dergelijke partijbeslissing is marginaal en de rechter mag maar optreden wanneer het vastgestelde honorarium kennelijk overdreven is‘(VAN GERVEN,W.,'Beginselen van behoorlijk handelen',R.W. 1982-83,968)’(Rb.Hasselt 21 februari 1983,R.W. 1985-86,1646).
“...De beloningsautonomie is een van de belangrijkste kenmerken van het beroep van advocaat;alleen de expert is in principe in staat om de waarde van de geleverde dienst te schatten en in een honorarium om te zetten.Dat leidt uiteraard tot een geringe prijstransparantie.De klant weet meestal niet op voorhand wat de raadsman zal kosten.Artikel 459 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt wel dat de advocaten hun ereloon dienen te begroten ‘met de bescheidenheid die van hun ambt moet worden verwacht’.Deze cryptische omschrijving laat nogal wat misverstanden tussen raadsman en klant ontstaan.Daarom hebben de volksvertegenwoordigers Roose en Landuyt in juni 1997 een wetsvoorstel tot wijziging van dat artikel ingediend.De toevoeging houdt in dat advocaat en cliënt vooraf een schriftelijke overeenkomst sluiten
waarin de berekeningswijze van ereloon en kantoorkosten is opgenomen...Tal van aspecten van het advocatenberoep leiden tot de uitschakeling van de mechanismen van de vrije markt.Monopolievorming is er één van...”(HUYSE,L.,SABBE,H.,De mensen van het recht,Leuven Halewijck 1997,56-57).
Ons parlement bestaat uit een zeer groot aantal mede door u verkozen advocaten.De Commissies voor de justitie bestaan overwegend uit advocaten.De minister van Justitie is vrijwel altijd een advocaat of cryptoadvocaat.Onze wetten inzake het beroep van advocaat zijn en blijven dan ook ‘
advocaats’.
‘...en zullen vele magistraten geen schroom ondervinden om de prestaties van gewezen confraters te beoordelen?...
Duidelijke afspraken tussen raadsman en cliënt zijn onontbeerlijk als men de zich vermenigvuldigende ereloonbetwistingen wil vermijden...’(STASSIJNS,E.,TRD&I 1995,660).
Geschillen advocaat/cliënt opdragen aan een rechtbank
buiten het gebied van de eigen en aangrenzende balie en met
uitsluiting van rechters-leeftijdgenoten(=gewezen confraters/commilitones) zou een verbetering kunnen zijn.
Consumentenorganisaties e.d. zouden de namen kunnen
publiceren van de advocaten die zulke ‘duidelijke afspraken’ weigeren te maken(of uitdrukkelijk bereid zijn wel te maken).
Ga volledigheidshalve naar (Belgische wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.