Kamer van inbeschuldigingstelling

Janavanherent
Topic Starter
Berichten: 2
Juridisch actief: Nee

Kamer van inbeschuldigingstelling

#1 , 30 jun 2018 13:02

Hallo,

Ik heb deze week donderdag een brief gekregen van het hof van beroep in Brussel. Dit was aangetekend en ik was dus niet op tijd om het aan te nemen van de postbode. Nu ben ik deze vandaag (zaterdag) gaan halen in het postkantoor en moet ik maandag naar de kamer van inbeschuldigingstelling met het oog op de wettigheidcontrole van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en of infiltratie? In toepassing van het art. 235ter.

Nu is het te laat voor een advocaat, deze zijn allemaal toe en ik moet maandag al aanwezig zijn om 09.00u.

Kan iemand aub mij vertellen wat dit betekent? Ik ben helemaal niet bekend met het gerecht en ik ben super ongerust.

Alvast bedankt!

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Franciscus
Berichten: 38583

#2 , 30 jun 2018 13:39

Biedt u aan bij de zittingsdeurwaarder van de K.I. die zal u dan binnenlaten ( een K.I. is een gesloten kamer) als de voorzitter daartoe de opdracht geeft.
Is meestal in bepaalde zaken waar er al lang onderzoeken lopen.
Bent u nog nooit gehoord geweest bij een of andere politiedienst of betrapt op een of ander?


Wet bijzondere opsporingsmethoden
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... e_name=wet

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... e_name=wet
9 DECEMBER 1808. - WETBOEK VAN STRAFVORDERING. - BOEK II, TITEL II. (Art. 217 tot en met 406) <Om technische redenen is het Wetboek van Strafvordering ingedeeld in 8 delen waarvan het vierde deel Titel II van het tweede Boek omvat.>
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-08-1990 en tekstbijwerking tot 30-05-2018)


Art. 235ter.<ingevoegd bij W 2005-12-27/34, art. 23; Inwerkingtreding : 30-12-2005> § 1. De kamer van inbeschuldigingstelling is belast met de controle over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie [2 , en over de toepassing van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies indien daarbij een vertrouwelijk dossier werd aangelegd]2.
De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt, op vordering van het openbaar ministerie, de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek waarin deze methoden werden toegepast en alvorens het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat [2 bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek]2.
De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt op het ogenblik dat de onderzoeksrechter zijn dossier aan de procureur des Konings overzendt krachtens artikel 127, § 1, eerste lid, op vordering van het openbaar ministerie, de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie [2 en van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies]2 die werden toegepast in het kader van het gerechtelijk onderzoek of in het daaraan voorafgaande opsporingsonderzoek.
§ 2. De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak binnen dertig dagen na ontvangst van de vordering van het openbaar ministerie. Deze termijn wordt teruggebracht tot acht dagen indien één van de inverdenkinggestelden zich in voorlopige hechtenis bevindt.
De kamer van inbeschuldigingstelling hoort, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen, de opmerkingen van de procureur-generaal.
Zij hoort, (in aanwezigheid van de procureur-generaal, afzonderlijk de burgerlijke partijen en de inverdenkinggestelden,) na kennisgeving die hen door de griffier ten laatste achtenveertig uur vóór de zitting per faxpost of bij een ter post aangetekende brief wordt gedaan. De griffier stelt hen in dezelfde post eveneens ter kennis dat het strafdossier tijdens deze periode op de griffie in origineel of in kopie ter inzage ligt. [3 De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt.]3 <W 2009-01-16/31, art. 3, 019; Inwerkingtreding : 16-01-2009>
[2 Zij kan, met betrekking tot de toegepaste bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie en de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, de onderzoeksrechter, de in de artikelen 47sexies, § 3, 6°, en 47octies, § 3, 6°, bedoelde officier van gerechtelijke politie, en de officier van gerechtelijke politie belast met de leiding over de uitvoering van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen horen.]2
[2 De kamer van inbeschuldigingstelling kan de onderzoeksrechter gelasten de politieambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de observatie en infiltratie, en de in artikel 47octies, § 1, tweede lid, bedoelde burger, de politieambtenaren belast met de uitvoering van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, en de in artikel 46sexies, § 1, tweede lid, bedoelde burger te horen met toepassing van de artikelen 86bis en 86ter. Zij kan beslissen bij het verhoor door de onderzoeksrechter aanwezig te zijn of één van haar leden daartoe af te vaardigen.]2
§ 3. Het openbaar ministerie legt aan de voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling het vertrouwelijk dossier voor bedoeld in [2 de artikelen 46sexies, § 3, zevende lid, 47septies, § 1, tweede lid, of 47novies, § 1, tweede lid,]2 dat betrekking heeft op het opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek bedoeld in § 1. Enkel de magistraten van de kamer van inbeschuldigingstelling hebben het recht dit vertrouwelijk dossier in te zien.
De voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling neemt de nodige maatregelen ter beveiliging van het vertrouwelijk dossier. Hij bezorgt het vertrouwelijk dossier, na kennisname ervan, onmiddellijk aan het openbaar ministerie terug.
§ 4. In het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling mag geen gewag worden gemaakt van de inhoud van het vertrouwelijk dossier, noch van enig element dat de afscherming van de gebruikte technische hulpmiddelen en de politionele onderzoekstechnieken of de vrijwaring van de veiligheid en de afscherming van de identiteit van de informant, de politieambtenaren die belast zijn met de uitvoering van [2 de observatie, de infiltratie of de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, en de in de artikelen 46sexies, § 1, derde lid, en 47octies, § 1, tweede lid, bedoelde burger]2in het gedrang kan brengen.
§ 5. Er wordt verder gehandeld overeenkomstig artikel 235bis, §§ 5 en 6.
§ 6. [1 ...]1.
----------
(1)<W 2016-02-05/11, art. 100, 027; Inwerkingtreding : 29-02-2016>
(2)<W 2016-12-25/37, art. 26, 030; Inwerkingtreding : 27-01-2017>
(3)<W 2016-01-29/08, art. 6, 028; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Janavanherent
Topic Starter
Berichten: 2
Juridisch actief: Nee

#3 , 30 jun 2018 13:57

Biedt u aan bij de zittingsdeurwaarder van de K.I. die zal u dan binnenlaten ( een K.I. is een gesloten kamer) als de voorzitter daartoe de opdracht geeft.
Is meestal in bepaalde zaken waar er al lang onderzoeken lopen.
Bent u nog nooit gehoord geweest bij een of andere politiedienst of betrapt op een of ander?


Wet bijzondere opsporingsmethoden
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... e_name=wet

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_lo ... e_name=wet
9 DECEMBER 1808. - WETBOEK VAN STRAFVORDERING. - BOEK II, TITEL II. (Art. 217 tot en met 406) <Om technische redenen is het Wetboek van Strafvordering ingedeeld in 8 delen waarvan het vierde deel Titel II van het tweede Boek omvat.>
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-08-1990 en tekstbijwerking tot 30-05-2018)


Art. 235ter.<ingevoegd bij W 2005-12-27/34, art. 23; Inwerkingtreding : 30-12-2005> § 1. De kamer van inbeschuldigingstelling is belast met de controle over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie [2 , en over de toepassing van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies indien daarbij een vertrouwelijk dossier werd aangelegd]2.
De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt, op vordering van het openbaar ministerie, de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek waarin deze methoden werden toegepast en alvorens het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat [2 bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek]2.
De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt op het ogenblik dat de onderzoeksrechter zijn dossier aan de procureur des Konings overzendt krachtens artikel 127, § 1, eerste lid, op vordering van het openbaar ministerie, de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie [2 en van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies]2 die werden toegepast in het kader van het gerechtelijk onderzoek of in het daaraan voorafgaande opsporingsonderzoek.
§ 2. De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak binnen dertig dagen na ontvangst van de vordering van het openbaar ministerie. Deze termijn wordt teruggebracht tot acht dagen indien één van de inverdenkinggestelden zich in voorlopige hechtenis bevindt.
De kamer van inbeschuldigingstelling hoort, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen, de opmerkingen van de procureur-generaal.
Zij hoort, (in aanwezigheid van de procureur-generaal, afzonderlijk de burgerlijke partijen en de inverdenkinggestelden,) na kennisgeving die hen door de griffier ten laatste achtenveertig uur vóór de zitting per faxpost of bij een ter post aangetekende brief wordt gedaan. De griffier stelt hen in dezelfde post eveneens ter kennis dat het strafdossier tijdens deze periode op de griffie in origineel of in kopie ter inzage ligt. [3 De kamer van inbeschuldigingstelling kan beslissen dat de inverdenkinggestelde die zich in voorlopige hechtenis bevindt in een videoconferentie verschijnt.]3 <W 2009-01-16/31, art. 3, 019; Inwerkingtreding : 16-01-2009>
[2 Zij kan, met betrekking tot de toegepaste bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie en de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, de onderzoeksrechter, de in de artikelen 47sexies, § 3, 6°, en 47octies, § 3, 6°, bedoelde officier van gerechtelijke politie, en de officier van gerechtelijke politie belast met de leiding over de uitvoering van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen horen.]2
[2 De kamer van inbeschuldigingstelling kan de onderzoeksrechter gelasten de politieambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de observatie en infiltratie, en de in artikel 47octies, § 1, tweede lid, bedoelde burger, de politieambtenaren belast met de uitvoering van de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, en de in artikel 46sexies, § 1, tweede lid, bedoelde burger te horen met toepassing van de artikelen 86bis en 86ter. Zij kan beslissen bij het verhoor door de onderzoeksrechter aanwezig te zijn of één van haar leden daartoe af te vaardigen.]2
§ 3. Het openbaar ministerie legt aan de voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling het vertrouwelijk dossier voor bedoeld in [2 de artikelen 46sexies, § 3, zevende lid, 47septies, § 1, tweede lid, of 47novies, § 1, tweede lid,]2 dat betrekking heeft op het opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek bedoeld in § 1. Enkel de magistraten van de kamer van inbeschuldigingstelling hebben het recht dit vertrouwelijk dossier in te zien.
De voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling neemt de nodige maatregelen ter beveiliging van het vertrouwelijk dossier. Hij bezorgt het vertrouwelijk dossier, na kennisname ervan, onmiddellijk aan het openbaar ministerie terug.
§ 4. In het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling mag geen gewag worden gemaakt van de inhoud van het vertrouwelijk dossier, noch van enig element dat de afscherming van de gebruikte technische hulpmiddelen en de politionele onderzoekstechnieken of de vrijwaring van de veiligheid en de afscherming van de identiteit van de informant, de politieambtenaren die belast zijn met de uitvoering van [2 de observatie, de infiltratie of de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, en de in de artikelen 46sexies, § 1, derde lid, en 47octies, § 1, tweede lid, bedoelde burger]2in het gedrang kan brengen.
§ 5. Er wordt verder gehandeld overeenkomstig artikel 235bis, §§ 5 en 6.
§ 6. [1 ...]1.
----------
(1)<W 2016-02-05/11, art. 100, 027; Inwerkingtreding : 29-02-2016>
(2)<W 2016-12-25/37, art. 26, 030; Inwerkingtreding : 27-01-2017>
(3)<W 2016-01-29/08, art. 6, 028; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Heel erg bedankt voor de uitleg en de links. Inderdaad, ik ben verhoord geweest vorig jaar in verband met een zaak waar lang onderzoek op gedaan is. Ik had echter niet verwacht dat ik zo snel naar een zitting moest en weet absoluut niet of het verstandig is om zonder advocaat op te dagen. Maar veel keus zal ik niet hebben. Ik zal zeker wel aanwezig zijn en mij aanbieden bij de deurwaarder. Kan deze kamer al een straf uitspreken of is dit pas voor de volgende stap? Mvg

Reclame

Franciscus
Berichten: 38583

#4 , 01 jul 2018 01:43

Dat is pas enkele stappen verder.
Onderzoek zal vermoedelijk nog niet afgesloten zijn

Terug naar “Procedure, Spelers & Instellingen”