Re: Vonnis bij voorraad uitvoerbaar
De mening van de gerechtsdeurwaarder is niet doorslaggevend. Enkel de beslagrechter kan hierover eventueel een uitspraak doen. Er is wel wat discussie of de overgangsregeling van de wet van 19 oktober 2015 (de oude regeling: de rechter moet het vonnis uitvoerbaar verklaren, is nog van toepassing op zaken ingeleid voor 1 november 2015) nog van toepassing is voor vonnissen uitgesproken vanaf 3 augustus 2017. Ik heb de indruk dat de meeste rechters van oordeel zijn dat de nieuwe regeling van toepassing is, ook voor zaken ingeleid voor 1 november 2015. De redenering is de volgende: de overgangsmaatregel was van toepassing voor art 1397 Ger. W., zoals gewijzigd door de wet van 19 oktober 2015. Artikel 1397 Ger. W. werd echter vervangen door de wet van 6 juli 2017. Dit betekent dat voor vonnissen uitgesproken vanaf de inwerkingtreding van die wet enkel die versie van art. 1397 van toepassing is, en die voorziet geen overgangsbepaling, zodat die versie vanaf dan van toepassing is, ongeacht wanneer de zaak werd ingeleid.
- Jureca
- Juridisch actief: Ja
- Regio: België
Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing.
Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Danku ScorpioenDe mening van de gerechtsdeurwaarder is niet doorslaggevend. Enkel de beslagrechter kan hierover eventueel een uitspraak doen. Er is wel wat discussie of de overgangsregeling van de wet van 19 oktober 2015 (de oude regeling: de rechter moet het vonnis uitvoerbaar verklaren, is nog van toepassing op zaken ingeleid voor 1 november 2015) nog van toepassing is voor vonnissen uitgesproken vanaf 3 augustus 2017. Ik heb de indruk dat de meeste rechters van oordeel zijn dat de nieuwe regeling van toepassing is, ook voor zaken ingeleid voor 1 november 2015. De redenering is de volgende: de overgangsmaatregel was van toepassing voor art 1397 Ger. W., zoals gewijzigd door de wet van 19 oktober 2015. Artikel 1397 Ger. W. werd echter vervangen door de wet van 6 juli 2017. Dit betekent dat voor vonnissen uitgesproken vanaf de inwerkingtreding van die wet enkel die versie van art. 1397 van toepassing is, en die voorziet geen overgangsbepaling, zodat die versie vanaf dan van toepassing is, ongeacht wanneer de zaak werd ingeleid.
Zal ik op het einde even posten hoe het uitloopt?