De nieuwe regels Ger. W. laten blijkbaar de schriftelijke getuigenverklaringen toe .
Een schriftelijke getuigenverklaring dient volgende elementen te bevatten:
1. naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats, woonplaats en beroep van de opsteller van de getuigenveklaring;
2• de vermelding of de getuige bloed- of aanverwante is met de partijen;
3• de vermelding of de getuigen in een band van ondergeschiktheid staat tegenover de partijen dan wel of de getuige en de persoon over wie hij een getuigenverklaringen aflegt een samenwerking of gemeenschappelijke belangen heeft.
4• de vermelding
In de schriftelijke getuigenverklaring staat uitdrukkelijk de volgende melding: “ deze verklaring is opgesteld voor overlegging aan de rechtbank en de opsteller verklaart op de hoogte te zijn van het feit dat hij met een valse verklaring het risico loopt op straffen.” Het document dient voorzien te zijn van de datum en getekend te zijn door de opsteller van de getuigenverklaring. Als bijlage bij de getuigenverklaring zal de getuige een kopie voegen van een identiteitsdocument waarop zijn handtekening voorkomt.
Nu graag mijn (waarschijnlijk een domme) vraag: indien er GEEN bloed-of aanverwantschap is, noch band van ondergeschiktheid noch samenwerking noch gemeenschappelijke belangen bestaan tussen getuige en partijen, MOET er dan expliciet vermeld worden dat die er niet zijn?
Of moet over (2) en (3) dan ook niets vermeld worden als die er niet zijn en niet van toepassing zijn?
Kwestie van geen 'ongeldige' schriftelijke getuigenverklaring voor te leggen...
Alvast hartelijk dank voor mogelijke informatie!