JuridischForum.be

Wie van de deskundige hier op dit forum kan ons verder helpen?

Hieronder een passage uit een vonnis :

“Veroordeelt verweerster sub 1 en verweerder sub 2 in hoedanigheid van
borgsteller tevens tot de kosten van het geding in zijn geheel begroot aan de zijde
van eiser op vijfendertig euro rolrecht verzoekschrift, drie euro vijfenzeventig cent
kosten getuigschrift van woonst voor verweerster en zevenhonderd vijftien euro
rechtsplegingsvergoeding en aan de zijde van verweerster sub 1 en verweerder sub
2 in hoedanigheid van borgsteller tevens op 1.441,32 euro kosten deskundig
onderzoek en zevenhonderd vijftien euro rechtsplegingsvergoeding.”

De vraag is of sub 1 en sub 2 tot een rechtsplegingsvergoeding werd veroordeelt, en of alleen sub 1 tot een rechtsplegingsvergoeding werd veroordeelt?

Alvast bedankt voor alle hulp!

Het gedeelte van de zin "en aan de zijde van verweerster sub 1 en verweerder sub
2 in hoedanigheid van borgsteller tevens op 1.441,32 euro kosten deskundig
onderzoek en zevenhonderd vijftien euro rechtsplegingsvergoeding" is zonder belang. Dat mag je vergeten.

Blijft dus "Veroordeelt verweerster sub 1 en verweerder sub 2 in hoedanigheid van
borgsteller tevens tot de kosten van het geding in zijn geheel begroot aan de zijde
van eiser op vijfendertig euro rolrecht verzoekschrift, drie euro vijfenzeventig cent
kosten getuigschrift van woonst voor verweerster en zevenhonderd vijftien euro
rechtsplegingsvergoeding".

Verweerster sub 1 èn verweerder sub 2 worden dus veroordeeld om samen te betalen: 35 + 3,75 + 715.

Nu kan men zich de vraag stellen of zij ieder de helft moeten betalen dan wel of de eiser het totaal bedrag bij de ene of de andere kan gaan opvragen, naar keuze.

In principe volgt de veroordeling tot de gerechtskosten hetzelfde lot als de hoofdveroordeling. Als men hoofdelijk veroordeeld werd tot betaling van de hoofdsom, is ook de veroordeling tot de gerechtskosten hoofdelijk.