Pagina 1 van 1
Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkomen
Geplaatst: 02 mar 2012 16:24
door Seth
Beste mensen,
Een zaak waarbij iemand is veroordeeld voor opzettelijke slagen en verwondingen.
Voor de materiële en morele schade moet er nu een vergoeding betaald worden.
Aangezien dit voor de persoon in kwestie erg duidelijk werd naarmate het proces vorderde is hij/zij een aantal leningen aangegaan.
Exact één dag voor de uitspraak zijn er dermate veel leningen aangegaan dat betaling van de schadevergoeding(en) vrijwel onmogelijk wordt.
Heeft iemand enig idee, in hoeverre deze rechtshandelingen geldig zijn?
Het doet mij namelijk enigszins denken aan een failliete onderneming die leningen e.d. op eigen naam aangaat.
Is hier sprake van (rechts)misbruik?
Daarnaast, welke prioriteit krijgt het slachtoffer in het opeisen van zijn vergoeding?
Gaat dit vóór persoonlijke leningen (al dan met of zonder onderpand)?
Alvast bedankt voor een antwoord of duw in de juiste richting.
Re: Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkom
Geplaatst: 02 mar 2012 18:36
door Franciscus
Leningen waarvoor?
Re: Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkom
Geplaatst: 02 mar 2012 18:43
door Seth
Dit zijn persoonlijke leningen (sommige met een doel, dat dan tevens het onderpand is)
Reden voor die leningen is om dermate hoge maandelijke lasten te creeëren waarna een redelijke terubetalingstermijn van de schadevergoeding niet meer mogelijk is.
Re: Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkom
Geplaatst: 02 mar 2012 18:48
door Franciscus
U hebt een uitvoerbaar vonnis , u kan zijn loon EN zijn goederen met beslag laten leggen en openbaar verkopen.
Bij mijn weten hoeft deurwaarder zich niets aan te trekken dat de goederen als onderpand dienen...
Re: Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkom
Geplaatst: 03 mar 2012 16:44
door Seth
Ok, maar neent men dan niet de plaats in van de oorspronkelijke schuldenaar?
In die zin dat wanneer de tegenpartij niet meer in staat is deze lening met onderpand te voldoen, de schuldeiser zich tot de andere partij zal wenden aangezien deze het onderpand verkocht heeft?
Re: Tegenpartij is leningen aangegaan om betaling te voorkom
Geplaatst: 04 mar 2012 10:34
door j.demoor
“Art.1165.Overeenkomsten brengen alleen gevolgen teweeg tussen de contracterende partijen; zij brengen aan derden geen nadeel toe en strekken hun slechts tot voordeel in het geval voorzien bij artikel 1121. Art.1167. Zij kunnen ook in hun eigen naam opkomen tegen de handelingen die hun schuldenaar verricht heeft met bedrieglijke benadeling van hun rechten...“(Burgerlijk Wetboek).
‘Exact één dag voor de uitspraak zijn er dermate veel leningen aangegaan dat betaling van de schadevergoeding(en) vrijwel onmogelijk wordt‘.
De overeenkomsten tussen veroordeelde en diens uitleners vallen onder toepassing van voornoemd art.1165.
Echter:
‘De Pauliaanse vordering strekt tot de vergoeding van de schade die de bedrieglijke verarming van de schuldenaar aan de schuldeiser berokkent. De rechter kan echter niet AMBTSHALVE de wijze van herstel bepalen. De Pauliaanse vordering die betrekking heeft op rechten die aan overschrijving zijn onderworpen,dient te worden gekantmeld. Rechten van derden die ontstaan zijn vóór het tijdstip van de kantmelding,kunnen in beginsel niet worden aangetast‘[Cass. 25 oktober 2001(M. t. Faill.K),R.W.2002-03,940-941,noot].
‘De pauliaanse vordering kan worden ingesteld door een schuldeiser wiens schuldvordering is ontstaan vóór de bestreden handeling. Het is niet vereist dat het bedrag van deze schuldvordering op dat tijdstip reeds is bepaald of dat de schuldvordering werd vastgesteld in een rechterlijke beslissing. De benadeling van de rechten van de schuldeisers kan erin bestaan dat de verhaalrechten van de schuldeisers door de bestreden rechtshandeling worden bemoeilijkt‘[Cass. 5 januari 2006(D.G./V.J.),R.W.2008-09,361-362,Noot].
Voor de pauliaanse vordering is vereist dat de schuldvordering van de schuldeiser bestaat op het ogenblik dat de aangevochten handeling werd gesteld. Daartoe is het voldoende dat de grondslag van de schuldvordering bestaat op het ogenblik van de aangevochten handeling,Cass. 20 maart 2008,(Min.Fin./O.J.),R.W.2008-09,362-364,Noot;