#2 , 01 sep 2010 10:44
“Art.1017.Tenzij...verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten...De kosten kunnen worden omgeslagen zoals de rechter het raadzaam oordeelt, hetzij wanneer de partijen onderscheidenlijk omtrent enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld, hetzij over echtgenoten, bloedverwanten in de opgaande lijn, broeders en zusters of aanverwanten in dezelfde graad. Art.1018.De kosten omvatten :...6° de rechtsplegingsvergoeding, zoals bepaald in artikel 1022...”(Gerechtelijk Wetboek).
‘Ieder eindvonnis MOET, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwijzen, behalve in de bij de wet bepaalde uitzonderingen‘(Cass. N-19740516,Justel).
Indien de rechter de in het ongelijk gestelde partij niet ambtshalve tot de kosten veroordeelt bij ontbreken van vordering door de andere partij,dan kunnen die kosten mijns inziens geacht worden ‘aangehouden’ en nog steeds vorderbaar te zijn.
Zie ook : 26 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/