Partij A
versus
Partij B
1) Eerste aanleg: partij A verliest, rechtsplegingsvergoeding (= X EUR) moet betaald worden aan B, dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2) A gaat in beroep, het eerste vonnis wordt niet betekend.
3) Naar het einde toe van de beroepsprocedure vraagt partij B om de rechtplegingsvergoeding van X EUR onmiddellijk te betalen, dit wordt gedaan.
4) Partij A wint de beroepsprocedure. Partij B wordt veroordeeld tot het betalen van een groot geld bedrag met interesten en "wordt veroordeeld tot betalen van de kosten van beide aanleggen, met dien verstande dat ze hun eigen kosten moeten dragen" (citaat). Vervolgens wordt ook een begroting opgemaakt in het arrest van de rechtsplegingsvergoeding die A moet krijgen.
Er is ook vermeld dat het eerste vonnis wordt vernietigd en vervangen door dit arrest.
Het arrest werd nog niet betekend.
Partij B betaalt alles, behalve: ze weigert het bedrag X terug te betalen.
Kan de gerechtsdeurwaarder het bedrag X innen op basis van het arrest?