#7 , 19 apr 2019 19:14
Art. 1047.Tegen [1 ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen]1 kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen.
Het verzet wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, dat dagvaarding inhoudt om te verschijnen voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen.
Met instemming van de partijen kan hun vrijwillige verschijning die formaliteiten vervangen.
De akte van verzet bevat, op straffe van nietigheid, de middelen van de eiser in verzet.
(Het verzet kan door de partij, haar raadsman of de voor de partij optredende gerechtsdeurwaarder worden ingeschreven in een register dat daartoe gehouden wordt ter griffie van het gerecht dat de beslissing heeft gewezen. De inschrijving omvat de namen van de partijen en hun raadslieden alsook de datum van de beslissing en van het verzet.) <W 24-6-1970, art. 16>
----------
(1)<W 2017-07-06/24, art. 143, 154; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
Door de wijziging van artikel 1047 Ger.W. bij wet van 6 juli 2017 zijn het enkel nog de verstekvonnissen die in laatste aanleg gewezen zijn, die vatbaar zijn voor verzet. Deze nieuwe regel geldt voor verstekvonnissen die gewezen zijn na de inwerkingtreding van de nieuwe wet
Voor wat betreft de verstekvonnissen gewezen na de inwerkingtreding van deze wet, is het keuzerecht tussen verzet en hoger beroep afgeschaft. Tegen een appellabel verstekvonnis kan thans enkel nog hoger beroep worden ingesteld. De mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze vonnissen is afgeschaft door het gewijzigde artikel 1047 Ger.W.