#7 , 05 jun 2008 21:38
Een geschrift
Wat een geschrift is werd door de wetgever als evident aanzien en bijgevolg niet gedefinieerd. Het was immers duidelijk dat een geschrift een (hand-) geschreven tekst was. Evenmin werd bepaald welke de gegevensdrager diende te zijn. Zo werd tot nog toe een geschrift gelijkgesteld met papier als drager van de informatie, zodat brieven, bankafschriften, kassabonnetjes, akten, telegrammen, faxen, computer print-outs daaronder vallen.
Maken echter elektronische gegevens (hier: E-mail) een geschrift uit? Volgens Professor VAN GERVEN is een geschrift de uitdrukking van een taal (ook informaticataal) die d.m.v. verstaanbare of vertaalbare tekens (alfabet, afkortingen, ideogrammen maar ook microfiches en zelfs videobanden, mits daar leestekens opstaan) gefixeerd wordt op een steun met relatieve duurzaamheid (papier, film, maar ook scherm of magnetische band). Deze brede begripsomschrijving laat toe om ook computergegevens als geschrift te beschouwen. Ook Professor BALLON beschouwt elektronische gegevens als een geschrift, ook al is er specifieke apparatuur nodig om het geschrift waarneembaar te maken en de vastlegging slechts relatief duurzaam is.
De hogere rechtspraak heeft hogervermelde redenering om elektronische gegevens als een geschrift te beschouwen nog niet bevestigd.
De juridische uitdaging bestaat er dan ook in het ontbreken van papier op te vangen wanneer er volgens de klassieke interpretatie van de juridische teksten papier moet zijn.
Een aanzet hiertoe wordt geleverd door artikel 4 van het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, dat het oude artikel 1333 B.W. vervangt en bewijskracht toekent aan elektronische geschriften.
Een geschrift door de wet beschermd
De wet beschermt authentieke, openbare, handels- of bankgeschriften en private geschriften.
In het algemeen beschouwt het Hof van Cassatie als beschermde geschriften, de geschriften die enigermate tot bewijs kunnen strekken, d.w.z. die zich aan het openbaar vertrouwen opdringen, zodat de overheid of de particulieren die ervan kennis nemen of aan wie zij worden voorgelegd kunnen overtuigd worden van de waarachtigheid van de akte of het juridisch feit in die geschriften vastgelegd of kunnen gerechtigd zijn daaraan geloof te hechten. De wettelijke bewijswaarde van het geschrift is dus van geen belang.
Private geschriften vallen onder de reikwijdte van de artikelen 193 e.v., wanneer zij van aard zijn dat zij in rechte gevolgen hebben, d.i. dat zij door het gebruik waarvoor ze werden geredigeerd, derden nadeel kunnen berokkenen en tegen hen uitwerking kunnen hebben en wanneer zij wegens hun inhoud of vorm door de gemeenschap als waar kunnen worden beschouwd.
Belangrijk is dat deze e-mails niet noodzakelijk "wettelijke bewijswaarde" moeten hebben. Een privé-geschrift is een geschrift in de zin van art. 196, ook zonder dat het daarvoor wettelijke of procedurele bewijswaarde behoeft te bezitten. Het is voldoende dat het geschrift van die aard is dat het in het gewone maatschappelijke verkeer, in een zekere mate, als bewijs kan dienen van een rechtshandeling of rechtsfeit.
E-mail is vandaag de dag een veel gebruikt communicatiemiddel in het gewone maatschappelijk verkeer. Weinigen twijfelen aan de echtheid van hun dagelijkse e-mail. Aangenomen zou kunnen worden dat deze dan ook "wegens de inhoud of vorm door de gemeenschap als waar" wordt beschouwd.