Wanneer Anne met haar voormalige werkgever spreekt zegt deze tegen haar off the record "Vanaf heden geen dikzakjes meer in het personeel, alleen nog slanke en fitte mensen om aan de kinderen het goede voorbeeld te geven".
Anne is in haar gat gebeten en vecht haar ontslag aan op basis van discriminatie.
Hoe zal zou je als rechter hierover oordelen?
Antwoord samengevat:
a) werkgever heeft mogelijk twee fouten gemaakt:
- Uit de opmaak van de casus is duidelijk dat de corpulentie van Anne er niet was bij de aanvang van haar tewerkstelling. Uit de opmaak van de case kan niet afgeleid worden of haar werkgever art 5 §1 i), j), k) Welzijnswet heeft gerespecteerd.
De verplichting toe te kijken op het welzijn van zijn personeel strekt zich er immers ook toe uit deze te verwittigen wanneer het risico op ongeschiktheid van de werknemer zelf uitgaat.Art. 5. § 1. De werkgever treft de nodige maatregelen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Daartoe past hij de volgende algemene preventiebeginselen toe :
...
i) de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met het oog op een systeembenadering waarin onder andere volgende elementen worden geïntegreerd : techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk;
j) de werknemer voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico's en de maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken :
1° bij zijn indiensttreding;
2° telkens wanneer dit in verband met de bescherming van het welzijn noodzakelijk is;
k) het verschaffen van passende instructies aan de werknemers en het vaststellen van begeleidingsmaatregelen voor een redelijke garantie op de naleving van deze instructies.
- De corpulentie van Anne kan overeenkomstig het arbeidsrecht vertaald worden in een arbeidsongeschiktheid aangezien ze hierdoor niet langer in staat is een aantal essentiële taken uit haar arbeidsovereenkomst uit te voeren. Uit de casus valt niet op te maken of de werkgever overeenkomstig de AOW de overeenkomst tijdelijk geschorst heeft en heeft getracht voor haar in de onderneming een aangepaste tewerkstelling te vinden waar de arbeidsongeschikt van haar huidige niet van toepassing is.
b)
- Schending wederzijds respect AOW (niet neergeschreven)
- De klacht van Anne vanwege discriminatie is ontvankelijk, men namelijk spreken van direct onderscheid op basis van een beschermd criterium, meer bepaald "fysiek". Men kan echter niet van directe discriminatie spreken aangezien de huidige fysieke conditie van Anne haar niet toelaat de arbeid van kinderverzorgster uit te voeren.
- De "off the record" opmerking van haar voormalige werkgever is woord tegen woord.
Aangezien Anne slechts op basis van discriminatie haar ontslag voor de rechtbank aanvecht kan de rechter niet anders dan de klacht ongegrond te verklaren.
Jullie mening?