Roerende voorheffing van 4 %
Geplaatst: 26 aug 2012 14:35
Bron: Netto
Een belastingplichtige vraagt de schorsing van de wet die een bijkomende heffing op hoge roerende inkomsten invoert. Volgens hem wordt het bankgeheim van de Belgen daardoor op een slinkse manier omzeild.
Lees ook
"Aangifteplicht leidt tot een …
Hoe beleggen in aandelen na ni…
De rechters gaan de hervorming van de roerende fiscaliteit onder de loep nemen. Een belastingplichtige, doctor in de rechten Guy Kleynen, heeft een beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 174/1 van het inkomstenwetboek. Dat staat te lezen in het Belgisch Staatsblad. Dat artikel gaat over de bijkomende heffing van 4 procent op roerende inkomsten boven 20.020 euro. Die taks werd eind 2011 ingevoerd voor de begrotingsopmaak van de federale regering. Volgens Kleynen heeft de nieuwe roerende fiscaliteit als gevolg dat belastingplichtigen met bescheiden roerende inkomsten het voordeel van het bankgeheim verliezen. Dat is een probleem op het vlak van evenredigheid en dat leidt tot ongeoorloofde discriminatie.
Principes op de helling
De roerende voorheffing bedraagt voortaan 21 procent. Voor belastingplichtigen die hoge intresten en dividenden ontvangen (meer dan 20.020 euro per jaar), wordt die voorheffing verhoogd met een bijkomende bijdrage van 4 procent. Om te kunnen nagaan of een belastingplichtige de grens van 20.020 euro per jaar overschrijdt, verplicht de wet de debiteur van de intresten en dividenden (banken, ondernemingen) om het bedrag van die roerende inkomsten alsook de identiteit van hun begunstigde mee te delen aan een centraal aanspreekpunt binnen de fiscale administratie. Bovendien moet de belastingplichtige die bedragen ook zelf in zijn belastingbrief aangeven. De roerende voorheffing is dus niet langer bevrijdend. Ook van belastingplichtigen die minder dan 20.020 euro intresten en dividenden ontvangen, worden de gegevens doorgespeeld aan de fiscus. "Fundamentele principes van onze wetgeving (bankgeheim, bevrijdend karakter van de roerende voorheffing en recht op de privacy) worden daarmee op de helling gezet.
Ook bescheiden roerende inkomsten
"Ook belastingplichtigen met bescheiden roerende inkomsten worden daardoor getroffen, terwijl de bijdrage van 4 procent op hen niet van toepassing is", zegt Guy Kleynen. "Dat heeft als enig doel een bijkomende belasting van slechts 4 procent in te vorderen bij een kleine groep spaarders, namelijk zij die voor meer dan 20.020 euro aan intresten en dividenden ontvangen." Volgens de jurist staat het mechanisme van de gegevensuitwisseling die door de wet werd ingevoerd, niet in verhouding tot het beoogde doel. Hij meent bovendien dat het leidt tot ongeoorloofde discriminatie. De wet biedt de belastingplichtige de mogelijkheid om de bijkomende taks van 4 procent aan de bron te betalen. Als de bijdrage op die manier wordt ingehouden, wordt de voorheffing opnieuw bevrijdend, omdat de debiteur van de roerende inkomsten de gegevens dan niet meer aan de fiscus moet doorspelen.
Volgens Guy Kleynen ontstaat daardoor discriminatie ten opzichte van begunstigden van bescheiden roerende inkomsten. "Belastingplichtigen die omwille van het hoge bedrag van hun dividenden en intresten onderworpen zijn aan de bijkomende taks, betalen die aan de bron. Maar belastingplichtigen die niet aan die bijdrage onderworpen zijn, verliezen het voordeel van het bankgeheim. Bovendien wordt hun recht op de privacy aangetast en lopen ze het risico dat er een fragmentarisch vermogenskadaster wordt opgesteld", argumenteert hij.
Nog discriminatie
Volgens de indiener van het beroep gaat achter de hervorming van de roerende fiscaliteit nog een andere discriminatie schuil. De wet bepaalt dat er geen bijkomende taks van 4 procent mag geheven worden op dividenden die al aan een roerende voorheffing van 25 procent onderworpen zijn. Voor die roerende inkomsten is de voorheffing dus nog steeds een definitieve belasting. Maar de wet bepaalt dat die dividenden in aanmerking worden genomen om te berekenen of de grens van 20.020 euro al dan niet wordt bereikt. De informatie over die inkomsten die al aan 25 procent worden belast, wordt dus toch aan de fiscus meegedeeld. De begunstigde van zulke inkomsten, die niet onderworpen is aan de taks van 4 procent, wordt dus toch bekendgemaakt bij de fiscale administratie. Maar het is nog de vraag of het Grondwettelijk Hof daarin discriminatie zal zien. "De afloop is niet te voorspellen. Niemand weet hoe groot de kans is dat zo'n verzoek al dan niet ontvankelijk wordt verklaard", zegt Paul Van Orshoven, professor grondwettelijk recht aan de KU Leuven. De terechtzitting wordt vastgesteld op 20 maart. Aangezien het gaat om een verzoek tot schorsing, kan een beslissing vallen in de daaropvolgende maand.
L'Echo
Wie zit niet met de handen in het haar met de nieuwe wetgeving i.v.m. de extra 4 % belasting op roerende inkomsten?
Wie kan hier nog aan uit? De brave spaarder (goede huisvader) wordt gestraft voor zijn harde inzet op arbeidsvlak, maar ook op zijn spaarzaamheid.
Ikzelf zit hier met prangende vragen:
- worden alle bekomen intresten per persoon samengesteld voor alle banken?
- Ben je cliënt bij bank X,Y,Z, U, V, W ... worden deze allemaal samengeteld en wordt je hier dan 4 % op belast?
Een belastingplichtige vraagt de schorsing van de wet die een bijkomende heffing op hoge roerende inkomsten invoert. Volgens hem wordt het bankgeheim van de Belgen daardoor op een slinkse manier omzeild.
Lees ook
"Aangifteplicht leidt tot een …
Hoe beleggen in aandelen na ni…
De rechters gaan de hervorming van de roerende fiscaliteit onder de loep nemen. Een belastingplichtige, doctor in de rechten Guy Kleynen, heeft een beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 174/1 van het inkomstenwetboek. Dat staat te lezen in het Belgisch Staatsblad. Dat artikel gaat over de bijkomende heffing van 4 procent op roerende inkomsten boven 20.020 euro. Die taks werd eind 2011 ingevoerd voor de begrotingsopmaak van de federale regering. Volgens Kleynen heeft de nieuwe roerende fiscaliteit als gevolg dat belastingplichtigen met bescheiden roerende inkomsten het voordeel van het bankgeheim verliezen. Dat is een probleem op het vlak van evenredigheid en dat leidt tot ongeoorloofde discriminatie.
Principes op de helling
De roerende voorheffing bedraagt voortaan 21 procent. Voor belastingplichtigen die hoge intresten en dividenden ontvangen (meer dan 20.020 euro per jaar), wordt die voorheffing verhoogd met een bijkomende bijdrage van 4 procent. Om te kunnen nagaan of een belastingplichtige de grens van 20.020 euro per jaar overschrijdt, verplicht de wet de debiteur van de intresten en dividenden (banken, ondernemingen) om het bedrag van die roerende inkomsten alsook de identiteit van hun begunstigde mee te delen aan een centraal aanspreekpunt binnen de fiscale administratie. Bovendien moet de belastingplichtige die bedragen ook zelf in zijn belastingbrief aangeven. De roerende voorheffing is dus niet langer bevrijdend. Ook van belastingplichtigen die minder dan 20.020 euro intresten en dividenden ontvangen, worden de gegevens doorgespeeld aan de fiscus. "Fundamentele principes van onze wetgeving (bankgeheim, bevrijdend karakter van de roerende voorheffing en recht op de privacy) worden daarmee op de helling gezet.
Ook bescheiden roerende inkomsten
"Ook belastingplichtigen met bescheiden roerende inkomsten worden daardoor getroffen, terwijl de bijdrage van 4 procent op hen niet van toepassing is", zegt Guy Kleynen. "Dat heeft als enig doel een bijkomende belasting van slechts 4 procent in te vorderen bij een kleine groep spaarders, namelijk zij die voor meer dan 20.020 euro aan intresten en dividenden ontvangen." Volgens de jurist staat het mechanisme van de gegevensuitwisseling die door de wet werd ingevoerd, niet in verhouding tot het beoogde doel. Hij meent bovendien dat het leidt tot ongeoorloofde discriminatie. De wet biedt de belastingplichtige de mogelijkheid om de bijkomende taks van 4 procent aan de bron te betalen. Als de bijdrage op die manier wordt ingehouden, wordt de voorheffing opnieuw bevrijdend, omdat de debiteur van de roerende inkomsten de gegevens dan niet meer aan de fiscus moet doorspelen.
Volgens Guy Kleynen ontstaat daardoor discriminatie ten opzichte van begunstigden van bescheiden roerende inkomsten. "Belastingplichtigen die omwille van het hoge bedrag van hun dividenden en intresten onderworpen zijn aan de bijkomende taks, betalen die aan de bron. Maar belastingplichtigen die niet aan die bijdrage onderworpen zijn, verliezen het voordeel van het bankgeheim. Bovendien wordt hun recht op de privacy aangetast en lopen ze het risico dat er een fragmentarisch vermogenskadaster wordt opgesteld", argumenteert hij.
Nog discriminatie
Volgens de indiener van het beroep gaat achter de hervorming van de roerende fiscaliteit nog een andere discriminatie schuil. De wet bepaalt dat er geen bijkomende taks van 4 procent mag geheven worden op dividenden die al aan een roerende voorheffing van 25 procent onderworpen zijn. Voor die roerende inkomsten is de voorheffing dus nog steeds een definitieve belasting. Maar de wet bepaalt dat die dividenden in aanmerking worden genomen om te berekenen of de grens van 20.020 euro al dan niet wordt bereikt. De informatie over die inkomsten die al aan 25 procent worden belast, wordt dus toch aan de fiscus meegedeeld. De begunstigde van zulke inkomsten, die niet onderworpen is aan de taks van 4 procent, wordt dus toch bekendgemaakt bij de fiscale administratie. Maar het is nog de vraag of het Grondwettelijk Hof daarin discriminatie zal zien. "De afloop is niet te voorspellen. Niemand weet hoe groot de kans is dat zo'n verzoek al dan niet ontvankelijk wordt verklaard", zegt Paul Van Orshoven, professor grondwettelijk recht aan de KU Leuven. De terechtzitting wordt vastgesteld op 20 maart. Aangezien het gaat om een verzoek tot schorsing, kan een beslissing vallen in de daaropvolgende maand.
L'Echo
Wie zit niet met de handen in het haar met de nieuwe wetgeving i.v.m. de extra 4 % belasting op roerende inkomsten?
Wie kan hier nog aan uit? De brave spaarder (goede huisvader) wordt gestraft voor zijn harde inzet op arbeidsvlak, maar ook op zijn spaarzaamheid.
Ikzelf zit hier met prangende vragen:
- worden alle bekomen intresten per persoon samengesteld voor alle banken?
- Ben je cliënt bij bank X,Y,Z, U, V, W ... worden deze allemaal samengeteld en wordt je hier dan 4 % op belast?